Beoordeling door de rechtbank
4. De rechtbank is van oordeel dat het beroep van eiser gegrond is, maar dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand worden gelaten. Hierna zal de rechtbank uitleggen hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
5. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Op 29 juni 2020 is een bekende Oromo zanger, [A] , vermoord. De volgende ochtend, op 30 juni 2020, heeft er een demonstratie plaatsgevonden waar eiser aan heeft deelgenomen. De daaropvolgende twee nachten heeft de federale politie het ouderlijk huis van eiser bezocht om hem en zijn broers, die allemaal hebben deelgenomen aan deze demonstratie, op te halen. De eerste keer was eiser niet thuis, de tweede keer kon eiser op tijd uit huis vluchten. Na ongeveer twee weken wilde eiser naar zijn moeder terugkeren, maar hij is toen onderweg
mishandeld door de federale politie en in het ziekenhuis terecht gekomen. Vervolgens is eiser, vanuit het ziekenhuis, Ethiopië ontvlucht samen met twee vrienden. Daarnaast heeft eiser ook verklaard over de problemen die Oromo’s hebben en de problemen die eiser persoonlijk heeft gehad omdat zijn vader en broer aanhangers zijn van het [groepering]
6. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1) Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2) Betrokkene heeft deelgenomen aan een demonstratie op 30 juni 2020 en heeft als gevolg daarvan problemen ondervonden;
3) Betrokkene stelt problemen te hebben ondervonden, omdat zijn familieleden in verband worden gebracht met [groepering] .
Verweerder stelt zich hierover op het standpunt dat relevant element 1 geloofwaardig wordt geacht. Relevante elementen 2 en 3 worden niet geloofwaardig geacht. Verweerder concludeert daarom dat de asielaanvraag wordt afgewezen als ongegrond.
Gronden van beroep en beoordeling daarvan
Problemen na deelname aan demonstraties op 30 juni 2020
7. Eiser stelt dat hij heeft deelgenomen aan een demonstratie na de dood van [A] en dat hij hierom gezocht wordt door de Ethiopische autoriteiten. Verweerder heeft deze problemen ongeloofwaardig geacht. Eiser is het daar niet mee eens en voert in beroep – kort samengevat – aan dat verweerder een verkeerde uitleg aan de woorden van eiser geeft. Deze verkeerde uitleg betreft vooral de verklaringen over het spontane karakter van de demonstratie en de vraag of deze al dan niet verboden was. Ook is relevant verweerders beoordeling van de vraag of eiser een groot risico heeft genomen door deel te nemen aan de demonstratie terwijl zijn familieleden in de negatieve belangstelling van de autoriteiten stonden.
8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder ten onrechte aan eiser tegenwerpt dat er sprake was van een georganiseerde demonstratie en dat van eiser verwacht mag worden dat hij (daarom) meer kan verklaren over de organisator en op welk moment was besloten tot demonstreren over te gaan. Hoewel de verklaringen van eiser over het georganiseerd zijn van de demonstratie niet altijd eenduidig zijn, stelt de rechtbank vast dat dit in het gehoor niet aan eiser is voorgehouden of dat er (kritische) vervolgvragen over zijn gesteld. Ook rechtvaardigt het sfeerbeeld1 dat eiser van de demonstratie schetst niet de conclusie dat er sprake was van (vooraf) georganiseerde demonstratie. De rechtbank merkt op dat dit ook moeilijk voorstelbaar is gelet op het feit dat de dood van [A] een plotse gebeurtenis was die vervolgens aanleiding gaf tot demonstraties in het land. Het verwijt van verweerder dat eiser niet weet wie de demonstratie waaraan hij meedeed georganiseerd heeft en niet weet wanneer tot demonstreren besloten is, kan daarom niet overeind blijven.
1. rapport Nader gehoor, pagina 10 en 11.
9. Verweerder werpt eiser verder tegen dat hij een groot risico heeft genomen door deel te nemen aan een verboden demonstratie terwijl zijn familie al genoeg problemen had met de autoriteiten. De rechtbank oordeelt ook in dit kader dat verweerder verzuimd heeft om door te vragen. Op de vraag of de demonstratie verboden was verklaart eiser namelijk enerzijds bevestigend maar anderzijds algemeen, namelijk:
‘Ja, het is altijd onrust. Dus van de autoriteiten mag het niet, er zijn geen vrijheden in het land.’ 2 Deze verklaring geeft geen specifiek antwoord op de vraag. Het had daarom op de weg van verweerder gelegen hierop door te vragen. Uit het algemene antwoord van eiser kan niet zonder meer worden geconcludeerd dat de demonstratie waaraan eiser deelnam was verboden.
10. Wat betreft het door eiser genomen risico meent verweerder dat dit is gelegen in de omstandigheid dat eiser heeft verklaard dat de autoriteiten vaker langs zijn huis kwamen omwille van broer. Eiser heeft in beroep niet gereageerd op deze tegenwerping van verweerder. De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder deze tegenwerping niet ten onrechte heeft gedaan.
11. Voor wat betreft de nasleep van de demonstratie staat ter discussie het antwoord op de vraag of eiser een belangrijke rol bij de demonstratie moet hebben gehad om - als gevolg hiervan - in de negatieve belangstelling van de autoriteiten terecht te komen. Ook de (keuze voor een) terugkeer van eiser naar huis, na een verblijf elders in de eerste nacht na de demonstratie en zijn ontsnapping vanuit huis aan de politie in de tweede nacht na de demonstratie, wordt door verweerder bij de geloofwaardigheidsbeoordeling van dit onderdeel betrokken.
12. Verweerder werpt eiser naar het oordeel van de rechtbank niet ten onrechte tegen dat hij niet heeft kunnen verklaren hoe de federale politie specifiek eiser heeft herkend als deelnemer van de demonstratie en dat de federale politie
daaromnaar hem op zoek was. Hoewel eiser op zich terecht heeft aangegeven dat hij geen belangrijke rol
hoeftte vervullen bij een demonstratie om als gevolg daarvan gezocht te worden, heeft hij niets ingebracht over het hoe en waarom ten aanzien van herkenning en opsporing door de federale politie. Door alleen te benoemen dat hij gezocht werd maar niet nader te onderbouwen hoe eiser aan die wetenschap komt, weerlegt eiser het standpunt van verweerder niet. Eiser verklaart dat hij dit ook niet weet, maar daarmee maakt hij naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk dat de politie specifiek naar hem op zoek was.
13. Eiser brengt verder niet ten onrechte naar voren dat hetgeen verweerder in de bestreden beschikking stelt over het risico dat eiser heeft genomen door na verblijf elders tijdens de eerste nacht en dag na de demonstratie toch weer naar huis terug te keren, enkel blote stellingen betreft. Hij heeft namelijk in dit kader verklaard dat de situatie even rustig leek3 en in die zin acht de rechtbank het plausibel dat eiser (ook gelet op zijn leeftijd destijds) is teruggekeerd naar huis. Toen bleek dat de rust maar schijn was is eiser direct weer gevlucht.4 De rechtbank merkt op dat het op de weg van de hoormedewerker had gelegen om door te vragen over deze opmerkelijk bevonden terugkeer naar huis. Dit is echter in het geheel niet gebeurd.
2 rapport Nader gehoor, pagina 13.
3 rapport Nader gehoor, pagina 14 en 15.
4 rapport Nader gehoor, pagina 15.
14. Over eisers vlucht voor de autoriteiten tijdens de tweede nacht legt hij naar het oordeel van de rechtbank een duidelijke verklaring af. Hij is in het donker met zijn broers via de achterzijde van het huis gevlucht.5 Voor zover eisers verklaring op dit punt onduidelijk danwel onvolledig werd bevonden, had het voor de hand gelegen om hierop door te vragen. Verweerders standpunt dat eisers verklaringen vaag en summier zijn, kan geen stand houden. Bovendien merkt eiser niet ten onrechte op dat hij nooit heeft gezegd dat hij “gemakkelijk” kon ontkomen en dat verweerder dit laatste zelf heeft ingevuld.
14. Eiser heeft ook verklaard te zijn mishandeld door de federale politie toen hij na twee weken onderduiken terug wilde gaan naar zijn moeder en dat hij daarbij behoorlijk gewond is geraakt. Hij is op dat moment echter niet gearresteerd en tijdens een daaropvolgende ziekenhuisopname is eiser gevlucht uit Ethiopië. Verweerder werpt tegen dat eiser dit relaas niet onderbouwt (onder andere met ziekenhuisdocumenten) en dat eiser niet is opgepakt.
14. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser zijn relaas in dit kader niet onderbouwt en dat de inhoud van het relaas van eiser op dit punt opmerkelijk is. Eiser verklaart immers in zijn vrije asielrelaas dat hij is neergeslagen en in het ziekenhuis is opgenomen. Hij verklaart echter in het vervolg van zijn relaas dat de autoriteiten zijn moeder thuis komen opzoeken tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis.6 Eiser verklaart daarnaast dat hij niet weet of hij in Ethiopië gezocht wordt.7 Andere verklaringen van eiser in dit kader gaan vooral over de door hem gestelde mishandeling door de federale politie, maar onduidelijk blijft waarom eiser tijdens of na die mishandeling niet is gearresteerd, als hij gezocht werd. Ook het feit dat hij geen medische documenten omtrent zijn ziekenhuisopname heeft overgelegd weegt in zijn nadeel. Gelet hierop werpt verweerder naar het oordeel van de rechtbank niet ten onrechte tegen dat zijn relaas omtrent de mishandeling niet duidelijk is en dat eiser heeft verzuimd zijn relaas aannemelijk te maken.
14. Uit het voorgaande volgt dat wat eiser in beroep aanvoert over zijn deelname aan de demonstratie op 30 juni 2020 en de als gevolg daarvan ontstane problemen door de rechtbank deels wordt gevolgd. In zoverre slagen de beroepsgronden dan ook. Wanneer de rechtbank de overgebleven dan wel niet betwiste onderdelen van dit element weegt, is zij echter van oordeel dat deze onvoldoende gewicht in de schaal leggen. De kern van eisers betoog, namelijk dat en waarom de federale politie naar hem op zoek was en dat hij door hen is mishandeld, is niet door hem aannemelijk gemaakt Als gevolg daarvan is de conclusie dat, ondanks het slagen van sommige beroepsgronden, verweerder dit element niet ten onrechte aan eiser heeft tegengeworpen. Dit betekent dat de rechtbank van oordeel is dat verweerder heeft kunnen oordelen dat de door eiser gestelde problemen als gevolg van de demonstratie ongeloofwaardig zijn. Wat de gevolgen hiervan zijn, zal de rechtbank hierna bij ‘conclusie’ bespreken.
5 rapport Nader gehoor, pagina 15.
6 rapport Nader gehoor, pagina 6.
7 rapport Nader gehoor, pagina 8.
Problemen omwille van verband familieleden en [groepering]
18. Het derde relevante element in het asielrelaas van eiser zijn de problemen die hij stelt ondervonden te hebben omdat familieleden (vader en broer) in verband worden gebracht met [groepering] . Verweerder acht deze problemen ongeloofwaardig omdat eiser niet zeker weet of deze familieleden lid zijn van [groepering] (mede) omdat hij hier geen verdere navraag naar gedaan heeft. Ook werpt verweerder tegen dat wat eiser verklaart over de door hem gestelde problemen als gevolg van het lidmaatschap geen ernstige discriminatie oplevert.
18. In beroep voert eiser aan dat ten onrechte van hem gevraagd wordt om documenten te overleggen die aantonen dat zijn familieleden banden hebben met [groepering] . Eiser verwijst naar enkele paragrafen in het Algemeen Ambtsbericht over Ethiopië uit november 2022, waaruit onder meer blijkt dat familieleden van [groepering] -leden door de regering worden vermoord
18. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte aan eiser tegenwerpt dat hij niet bij zijn vader en zijn broer heeft (door)gevraagd naar hun activiteiten en hun problemen met de autoriteiten. Verweerder werpt ook niet ten onrechte tegen dat geconcludeerd kan worden, omdat eiser niets over de banden van zijn broer en zijn vader met [groepering] kan verklaren, eiser niet zeker weet of zij lid zijn. Hoewel de rechtbank eiser in beginsel kan volgen in zijn standpunt dat verweerder ten onrechte lidmaatschapsdocumenten van [groepering] verlangt, staat naar het oordeel van de rechtbank wel vast dat eiser in het geheel geen stukken ter onderbouwing van dit relevante element heeft overgelegd. Hier mocht verweerder ook bij betrekken dat de door eiser geschetste problemen in zijn verklaringen en zienswijze geen grond oplevert genoemd in het Vluchtelingenverdrag voor het verlenen van een asielstatus. Eiser verklaart bijvoorbeeld dat men vindt dat hij een kind van een bandiet of terrorist is.8
18. Verder stelt de rechtbank vast dat uit het Algemeen Ambtsbericht volgt dat er een splitsing heeft plaatsgevonden binnen [groepering] en dat naast [groepering] (een door de nationale kiesraad erkende partij) de groep OLA (ook wel aangeduid als [groepering] /Shene) bestaat. Deze laatste groep is in mei 2021 door de Ethiopische overheid als terroristische organisatie bestempeld.9 Eiser heeft in zijn verklaringen en in zijn gronden van beroep onvoldoende inzicht gegeven bij welke van deze organisaties zijn naaste familieleden mogelijk betrokken zijn. Voor zover eiser in beroep aanvoert dat familieleden van (vermeende) [groepering] -leden gevaar lopen, stelt de rechtbank vast dat uit de door eiser aangehaalde paragraaf in het Algemeen Ambtsbericht10 volgt dat deze bedreiging prominente [groepering] -leden en hun familie treft. Uit de verklaringen van eiser volgt niet dat zijn naaste familieleden prominente leden van [groepering] zijn en als gevolg daarvan gevaar lopen en hem niet hebben geïnformeerd over hun betrokkenheid.
18. De rechtbank is van oordeel dat hoewel eiser terecht klaagt over het feit dat verweerder lidmaatschapsbewijzen van [groepering] verlangt, de tegenwerpingen van verweerder voor het overige niet ten onrechte zijn gedaan, gelet op de beperkte verklaringen van eiser.
8 rapport Nader gehoor, pagina 21.
9 Algemeen Ambtsbericht Ethiopië 2022, paragraaf 3.3.4.1 (pagina 68).
10 Algemeen Ambtsbericht Ethiopië 2022, paragraaf 3.3.5 (pagina 72).
Hetgeen in beroep door eiser is aangevoerd kan daarom ten aanzien van dit relevante element niet slagen.
Verblijfsvergunning regulier buiten schuld
23. Het vierde en laatste geschilpunt in het beroep van eiser ziet op de vraag of aan eiser een verblijfsvergunning regulier buiten schuld had moeten worden verleend. Eiser stelt dat verweerder hiertoe over had moeten gaan, maar verweerder bestrijdt dit.
24. Verweerder voert in dit verband aan, op basis van IB 2023/41, dat adequate opvang voor eiser in Ethiopië aanwezig is en dat hij daarom geen aanspraak maakt op een buitenschuldvergunning. Verweerder betrekt hierbij dat eiser (voldoende) specifieke informatie over zijn verblijf in Ethiopië en zijn familie aldaar heeft verstrekt en dat zijn identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig worden geacht. Bovendien acht verweerder het in het belang van het kind dat eiser spoedig naar Ethiopië terugkeert. Ook acht verweerder de banden van eiser met Ethiopië sterker dan zijn banden met Nederland. Daarom is een terugkeerbesluit ten aanzien van Ethiopië aan eiser opgelegd.
24. Eiser stelt zich op het standpunt dat de beoordeling door verweerder incompleet is en dat onvoldoende acht is geslagen op de situatie van eiser na terugkeer. Zo heeft verweerder onvoldoende rekening gehouden met de detentie van de vader van eiser en stelt eiser niet te kunnen terugkeren naar moeder of andere familieleden. Ook heeft verweerder factoren zoals (onder andere) leeftijd, geslacht en bijzondere kwetsbaarheid onvoldoende in zijn beoordeling meegenomen.
24. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet ten onrechte afgezien van het verlenen van een verblijfsvergunning regulier buiten schuld. Verweerder mocht hierbij betrekken dat de verklaringen van eiser over waarom hij niet bij moeder of andere familieleden kan verblijven uiterst summier zijn. Daarom kan eiser zijn standpunt in deze daar niet op baseren. Ook het teruggrijpen op de zienswijze, zonder nadere motivering, kan eiser niet baten omdat verweerder in de bestreden beschikking gemotiveerd heeft waarom hetgeen eiser in zijn eerdere, aanvullende zienswijze heeft gesteld niet tot verlening van een verblijfsvergunning regulier kan leiden.
24. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich daarom niet ten onrechte, gemotiveerd, op het standpunt stelt dat adequate opvang voor eiser in Ethiopië aanwezig is, dat er een terugkeerbesluit aan hem kan worden opgelegd en dat eiser geen verblijfsvergunning regulier buiten schuld hoeft te worden verleend. Dit onderdeel van het beroep van eiser slaagt daarom niet.