ECLI:NL:RBDHA:2024:5608
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op verblijfsdocument aanvraag
Op 15 maart 2023 heeft eiser een aanvraag tot afgifte van een verblijfsdocument EU/EER ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 11 oktober 2023 een ingebrekestelling ontvangen van eiser, die op 27 november 2023 beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de ingebrekestelling pas op 27 november 2023 heeft ontvangen, terwijl eiser stelt dat hij deze eerder heeft verzonden. De rechtbank heeft eiser verzocht om een verzendbewijs van de ingebrekestelling, maar eiser heeft hier niet op gereageerd. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen dat de ingebrekestelling eerder dan 27 november 2023 was ontvangen.
De rechtbank concludeert dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen het niet tijdig beslissen pas begint te lopen na ontvangst van de ingebrekestelling. Aangezien de termijn op 28 november 2023 begint en de beslistermijn op 11 december 2023 verstrijkt, terwijl het beroepschrift op 27 november 2023 is ingediend, voldoet het beroep niet aan de vereisten van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb. De rechtbank verklaart het beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen.