ECLI:NL:RBDHA:2024:5589

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 april 2024
Publicatiedatum
18 april 2024
Zaaknummer
AWB 23/8586
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.M. Bell, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de aanvraag voor een verblijfsvergunning als langdurig ingezetene van de EU werd afgewezen. Daarnaast weigerde de staatssecretaris een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen en de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlengen. Het besluit werd ook gekarakteriseerd als een terugkeerbesluit, waarbij verzoeker werd opgedragen Nederland en de EU binnen vier weken te verlaten.

Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere mondelinge uitspraak van 8 maart 2024, waarin de rechtbank al op het beroep had beslist. Om deze reden werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/8586

uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 april 2024 in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. J.M. Bell),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

In het besluit van 17 april 2023 heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker voor een verblijfsvergunning als langdurig ingezetene van de EU afgewezen. De staatssecretaris heeft daarnaast geweigerd een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen en om de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlengen. De staatssecretaris heeft in het besluit opgenomen dat het tevens een terugkeerbesluit is en dat verzoeker Nederland en de EU binnen vier weken moet verlaten. Met het besluit van 5 juli 2023 (bestreden besluit) op het bezwaar van verzoeker is de staatssecretaris bij zijn besluit gebleven.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Met de mondelinge uitspraak van 8 maart 2024, zaaknummer AWB 23/8585, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 12 april 2024 door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.