ECLI:NL:RBDHA:2024:5577
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van WIA-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 april 2024, in de zaak SGR 22/7074, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) behandeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 25 mei 2022, waarin haar een WIA-uitkering werd toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 53,72%. Na bezwaar werd dit percentage verhoogd naar 66,65% in het bestreden besluit van 7 oktober 2022. De rechtbank beoordeelt of verweerder terecht deze WIA-uitkering heeft toegekend en of de vastgestelde beperkingen adequaat zijn. Tijdens de zitting op 1 december 2023 zijn zowel eiseres als verweerder vertegenwoordigd. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om aanvullende rapportages van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige te ontvangen. Eiseres stelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep haar niet adequaat heeft onderzocht en dat er meer beperkingen moeten worden aangenomen. De rechtbank concludeert dat de rapportages van de verzekeringsartsen zorgvuldig zijn en dat de vastgestelde beperkingen voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 2.187,50, en moet het griffierecht van € 50,- vergoeden.