Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming, gevestigd te Amsterdam,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 maart 2024 een beschikking gegeven over de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren op een nog niet gespecificeerde datum in 2024. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de voorlopige ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de duur van drie maanden, evenals een machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening. De kinderrechter heeft eerder op 18 maart 2024 al een voorlopige ondertoezichtstelling opgelegd tot 29 maart 2024. Tijdens de mondelinge behandeling waren de ouders, hun advocaten en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig. De Raad heeft zorgen geuit over de opvoedvaardigheden van de moeder en de relatie tussen de ouders, die in het bijzijn van de minderjarige ruzie maakten. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een ernstig vermoeden bestaat van een bedreiging voor de ontwikkeling van de minderjarige, wat de noodzaak voor de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing onderbouwt. De kinderrechter heeft de verzochte maatregelen toegewezen, met als doel de veiligheid en ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.