ECLI:NL:RBDHA:2024:554
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt met psychogeriatrische aandoening
In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 5 januari 2024, wordt een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling verleend aan een cliënt, geboren in 1955, die momenteel verblijft in een zorginstelling. Het verzoek tot deze machtiging is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 2 januari 2024, naar aanleiding van zorgen over de geestelijke gezondheid van de cliënt, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, als gevolg van het gedrag van de cliënt in de thuissituatie. De cliënt vertoonde suïcidale uitingen en was gedesoriënteerd, wat leidde tot een onhoudbare situatie voor zowel de cliënt als zijn zoon.
Tijdens de zitting op 5 januari 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de zoon van de cliënt en zorgprofessionals. De advocaat van de cliënt heeft verzocht om afwijzing van het verzoek, met als argument dat de medische verklaring niet voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de psychiater, die de cliënt via beeldbellen heeft beoordeeld vanwege een COVID-19 infectie, voldoende informatie heeft verkregen om een oordeel te vellen. De rechtbank benadrukt dat het afwijzen van het verzoek zou leiden tot onnodige vertraging en dat de cliënt 24-uurs zorg en toezicht nodig heeft, die niet in de thuissituatie kan worden geboden.
De rechtbank verleent de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor de duur van zes weken, tot en met 16 februari 2024. Deze beslissing is genomen in het belang van de cliënt, om ernstig nadeel te voorkomen en de noodzakelijke zorg te waarborgen. De beschikking is uitgesproken ter openbare zitting en er staat een rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beslissing.