ECLI:NL:RBDHA:2024:5536
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot verblijfsvergunningen
Op 17 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL24.3039 en NL24.3041, waarbij de voorzieningenrechter, mr. D.M. Schuiling, de verzoeken om voorlopige voorzieningen heeft afgewezen. De verzoekers, een Syrisch gezin bestaande uit meerdere leden, hadden verzocht om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvragen waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van deze aanvragen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat de verzoekers, ondanks de kennisgeving, niet op de zitting zijn verschenen. De gemachtigde van de verweerder was wel aanwezig. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen, omdat er inmiddels een uitspraak was gedaan op de beroepen in andere zaken die samenhangen met deze verzoeken. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.