ECLI:NL:RBDHA:2024:5465

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 maart 2024
Publicatiedatum
16 april 2024
Zaaknummer
AWB 24/955
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegangsweigering en opvolgende asielaanvraag vanuit grensdetentie

In deze zaak heeft eiser vanuit grensdetentie een opvolgende asielaanvraag ingediend. De rechtbank Den Haag heeft op 4 maart 2024 uitspraak gedaan in de procedure met zaaknummer AWB 24/955. Eiser had eerder een besluit van de Koninklijke Marechaussee ontvangen op 17 januari 2024, waarin hem de toegang tot Nederland werd geweigerd. Volgens de Werkinstructie 2022/15 Grensprocedure van verweerder vervalt het eerdere besluit tot weigering van de toegang wanneer een vreemdeling in grensdetentie een opvolgende asielaanvraag indient. Dit was in het geval van eiser aan de orde.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het eerder ingediende beroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel, die aan eiser was opgelegd, ook de toegangsweigering omvatte. De rechtbank had in die eerdere procedure moeten of kunnen oordelen over de toegangsweigering, maar dit is niet gebeurd. Eiser heeft echter geen hoger beroep ingesteld tegen die uitspraak, waardoor deze onherroepelijk is geworden. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is verklaard.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter E.P.W. van de Ven, in aanwezigheid van griffier S.E. Harms. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/955
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser,

V-nummer: [v-nummer]
gemachtigde: mr. J. Singh,
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. J.M.M. van den Hoek).

Inleiding

Met het besluit van 17 januari 2024 heeft de Koninklijke Marechaussee aan eiser de toegang tot Nederland geweigerd.
Eiser heeft tegen het besluit tot toegangsweigering beroep ingesteld.
Op 27 januari 2024 heeft eiser vanuit grensdetentie een opvolgende asielaanvraag ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 4 maart 2024 op zitting behandeld. Eiser en gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
Eiser heeft op 27 januari 2024 een opvolgende asielaanvraag ingediend. In de Werkinstructie 2022/15 Grensprocedure van verweerder staat vermeld dat als een vreemdeling in grensdetentie een opvolgende asielaanvraag indient, het eerdere besluit tot weigering van de toegang vervalt. Dat is in dit geval het besluit van 17 januari 2024, waartegen het beroep zich richt.
Daarnaast omvat, gelet op artikel 94, lid 2, Vreemdelingenwet 2000 (Vw), het eerder ingediende beroep [1] tegen het besluit waarin aan eiser een vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6, zesde lid, in samenhang met het eerste en tweede lid, Vw is opgelegd, ook de toegangsweigering. In zoverre is deze maatregel al aan de rechtbank voorgelegd. De rechtbank had in die procedure weliswaar iets moeten of kunnen zeggen over de toegangsweigering. Dat is niet gebeurd. Maar eiser heeft tegen deze uitspraak geen hoger beroep ingesteld. Dat betekent dat de uitspraak onherroepelijk is geworden.
Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 maart 2024 door mr. E.P.W. van de Ven, rechter, in aanwezigheid van mr. S.E. Harms griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:

RechtsmiddelTegen deze uitspraak kan binnen vier weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

griffier rechter
afschrift verzonden aan partijen op:
Coll:

Voetnoten

1.NL24.2279