ECLI:NL:RBDHA:2024:5409

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
16 april 2024
Zaaknummer
AWB23/10637
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 april 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De zaak betreft een maatregel die aan de eiser is opgelegd vanwege het verstoren van de werkzaamheden van het COA-personeel en het niet naleven van de huisregels. Het bestreden besluit werd op 7 augustus 2023 aan de eiser bekendgemaakt, waarna de eiser op 13 september 2023 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep meer dan vier weken na de bekendmaking van het besluit is ingediend, wat in strijd is met de wettelijke termijn zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft eiser op 28 november 2023 per aangetekende brief de gelegenheid gegeven om te verklaren waarom het beroep na de termijn is ingediend. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief, noch heeft hij nadien nog contact opgenomen met de rechtbank. Gezien het feit dat niet is aangetoond dat de eiser verschoonbaar te laat is geweest met het indienen van het beroep, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.

De rechtbank heeft in haar beslissing geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met de uitspraak, met een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB23/10637

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser,

V-nummer: [Nummer]
en

het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, verweerder.

Procesverloop

Met het besluit van 7 augustus 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder een maatregel opgelegd vanwege het verstoren van de werkzaamheden van het COA-personeel en het zich niet houden aan de huisregels.
Eiser heeft op 13 september 2023 beroep ingesteld.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 69, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw), gelezen in samenhang met artikel 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), moet een beroepschrift worden ingediend binnen vier weken nadat een besluit is bekendgemaakt.
2. Het bestreden besluit is gelet op artikel 3:41, eerste lid, van de Awb op juiste wijze aan eiser bekendgemaakt door uitreiking aan hem in persoon op 7 augustus 2023. Het besluit vermeldt de termijn waarbinnen beroep kan worden ingesteld. Eiser heeft op 13 september 2023 beroep ingesteld. Dat is meer dan vier weken na de bekendmaking van het besluit.
3. De rechtbank heeft eiser op 28 november 2023 per aangetekende brief in de gelegenheid gesteld om uit te leggen waarom het beroep na afloop van de beroepstermijn is ingediend. Eiser heeft niet binnen de gegeven termijn van twee weken op deze brief gereageerd. Ook nadien heeft de rechtbank geen bericht meer ontvangen van eiser.
4. Nu niet is gebleken dat eiser verschoonbaar te laat beroep heeft ingesteld zoals bedoeld in artikel 6:11 van de Awb, is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.