ECLI:NL:RBDHA:2024:5409
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 april 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De zaak betreft een maatregel die aan de eiser is opgelegd vanwege het verstoren van de werkzaamheden van het COA-personeel en het niet naleven van de huisregels. Het bestreden besluit werd op 7 augustus 2023 aan de eiser bekendgemaakt, waarna de eiser op 13 september 2023 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep meer dan vier weken na de bekendmaking van het besluit is ingediend, wat in strijd is met de wettelijke termijn zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft eiser op 28 november 2023 per aangetekende brief de gelegenheid gegeven om te verklaren waarom het beroep na de termijn is ingediend. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief, noch heeft hij nadien nog contact opgenomen met de rechtbank. Gezien het feit dat niet is aangetoond dat de eiser verschoonbaar te laat is geweest met het indienen van het beroep, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft in haar beslissing geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met de uitspraak, met een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.