ECLI:NL:RBDHA:2024:5372
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen administratieve loonsanctie en weigering loonsanctie te bekorten in het kader van re-integratieverplichtingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 maart 2024 uitspraak gedaan in de beroepen van International Car Cleaning Pitlo B.V. tegen besluiten van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.G. Evers, had bezwaar gemaakt tegen een administratieve loonsanctie die haar was opgelegd op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De loonsanctie was opgelegd omdat eiseres niet had voldaan aan de re-integratieverplichtingen van haar werknemer, [derde partij], die zich ziek had gemeld. Eiseres had verzocht om bekorting van de loonsanctie, maar dit verzoek werd afgewezen omdat zij niet kon aantonen dat zij aan de re-integratie-inspanningen had voldaan op het moment van het bekortingsverzoek. De rechtbank overwoog dat eiseres niet tijdig de benodigde documenten had aangeleverd en dat de rapportages die na het bekortingsverzoek waren opgesteld, niet relevant waren voor de beoordeling van het verzoek. De rechtbank concludeerde dat de Uwv terecht had gehandhaafd dat eiseres onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht en dat de bestreden besluiten niet vernietigd konden worden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een vergoeding van proceskosten of griffierecht.