ECLI:NL:RBDHA:2024:5264

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
12 april 2024
Zaaknummer
NL24.10722, NL24.10723, NL24.10726 en NL24.20727
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvragen van Albanese eisers met bloedwraakvrees

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van vier Albanese eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eisers, die op 27 december 2023 hun asielaanvragen indienen, stellen dat zij in Albanië voor hun leven vrezen vanwege bloedwraak. De oom van eiseres 1 heeft een moord gepleegd, en de familie van de slachtoffers zou nu wraak willen nemen op de eisers. Daarnaast hebben de eisers een conflict met de Albaanse autoriteiten over land. De staatssecretaris heeft de aanvragen op 5 maart 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond, waarbij hij de verklaringen over bloedwraak ongeloofwaardig achtte en Albanië als veilig land van herkomst beschouwde.

De rechtbank behandelt de zaak op 3 april 2024, waarbij alleen de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig is. De eisers zijn niet verschenen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaringen over bloedwraak ongeloofwaardig zijn. De eisers hebben hun claims niet onderbouwd met documenten en hebben tegenstrijdige verklaringen afgelegd. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat de eisers geen gegronde vrees voor vervolging hebben en dat de aanvragen op goede gronden zijn afgewezen.

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en wijst de verzoeken om voorlopige voorzieningen af. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.10722, NL24.10723, NL24.10726 en NL24.10727
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[eiser 1] , v-nummer: [v-nummer 1] , eiser 1/verzoeker 1,[eiseres 1] , v-nummer: [v-nummer 2] , eiseres 1/verzoekster 1,[eiser 2] , v-nummer: [v-nummer 3] , eiser 2/verzoeker 2, en[eiseres 2] , v-nummer: [v-nummer 4] , eiseres 2/verzoekster 2.samen worden zij in de uitspraak aangeduid als “eisers”,

(gemachtigde: mr. R.J. Portegies),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. W.A. Kleingeld).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen [1] van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen en beoordeelt de voorzieningenrechter de verzoeken om een voorlopige voorziening van eisers. Eisers hebben op 27 december 2023 hun asielaanvragen ingediend [2] . Verweerder heeft deze aanvragen met de bestreden besluiten van 5 maart 2024 in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond [3] .
1.1.
De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op
3 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft alleen de gemachtigde van verweerder deelgenomen. Eisers en hun gemachtigde hebben vooraf laten weten dat zij niet aanwezig zouden zijn bij de zitting.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaan deze zaken over?
2. Eisers stellen de Albanese nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum 1] 1993, [geboortedatum 2] 1993, [geboortedatum 3] 2021 en [geboortedatum 4] 2024. Eiser 1 en eiseres 1 zijn de ouders van eiser 2 en eiseres 2. Zij hebben asiel aangevraagd omdat zij in Albanië voor hun leven vrezen. Eisers hebben verklaard dat zij slachtoffer zullen worden van bloedwraak. De oom van eiseres 1 (hierna: de oom) heeft zijn ex-verloofde en haar minnaar vermoord. De familie van de slachtoffers zou nu wraak willen nemen op eisers, omdat de oom geen eigen gezin heeft. Eisers zouden meerdere keren zijn bedreigd en twee andere familieleden zijn al verdwenen dan wel vermoord. Eisers vermoeden dat dit te maken heeft met de bloedwraak. Als tweede reden voor de asielaanvraag hebben eisers naar voren gebracht dat zij een conflict hebben met de Albaanse autoriteiten over stukken land.
2.1.
Verweerder heeft de asielaanvragen afgewezen. Verweerder vindt de verklaringen over het conflict met de autoriteiten geloofwaardig. Dit maakt echter niet dat eisers in aanmerking komen voor een asielvergunning, omdat Albanië is aangemerkt als een veilig land van herkomst. Eisers hebben niet aannemelijk gemaakt dat Albanië voor hen niet als zodanig kan worden aangemerkt. Verweerder vindt de verklaringen over de bloedwraak en de bedreigingen ongeloofwaardig. Eisers hebben hun problemen niet onderbouwd met documenten en zij hebben tegenstrijdige verklaringen gegeven over de problemen. Tot slot heeft verweerder bij eiser 1 geloofwaardig geacht dat hij moeilijke leefomstandigheden heeft gehad omdat hij een Ashkali [4] is, maar de ondervonden discriminatie was niet dusdanig dat het voor eiser 1 onmogelijk is om op maatschappelijk en sociaal gebied te kunnen functioneren in Albanië.
Wat vinden eisers in beroep?
3. Eisers betogen dat verweerder de verklaringen over de bloedwraak ten onrechte ongeloofwaardig vindt. Zij verwijzen hiervoor allereerst naar hun zienswijzen. Eisers voeren aan dat zij in hun zienswijzen de tegengeworpen tegenstrijdigheden met betrekking tot het doen van een aangifte en het moment van de laatste bedreigingen voldoende hebben weerlegd. Verweerder heeft die weerleggingen gevolgd, maar blijft ten onrechte tegenstrijdigheden tegenwerpen. Zij hebben verder in de zienswijzen ook een artikel overgelegd van de Groene Amsterdammer waaruit blijkt dat bloedwraak vaak voorkomt in Albanië [5] . Het enkele feit dat dit artikel niet specifiek over eisers gaat, maakt niet dat er geen waarde aan kan worden gehecht.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. De rechtbank stelt vast dat eisers in beroep uitsluitend argumenten naar voren hebben gebracht over de bloedwraak. Niet is dus in geschil dat de problemen met de autoriteiten en het feit dat eiser 1 een Ashkali is, onvoldoende aanleiding geven om aan eisers een asielvergunning te verlenen.
4.1.
De rechtbank overweegt verder dat het enkel verwijzen naar de ingediende zienswijzen geen aanleiding geeft om de bestreden besluiten te vernietigen. Uit het enkel verwijzen naar de zienswijzen kan de rechtbank niet afleiden waarom eisers van mening zijn dat de bestreden besluiten onjuist zijn.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder de verklaringen over de bloedwraak niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Hiervoor is het volgende van belang. Verweerder heeft voorop mogen stellen dat eisers hun relaas niet hebben onderbouwd met documenten, ondanks dat zij zich voor hun problemen meerdere keren zouden hebben gewend tot de politie en een bemiddelingsorganisatie. Er mag dan ook worden verwacht dat eisers dit op enige wijze kunnen onderbouwen met documenten. Verweerder heeft verder terecht gesteld dat eisers op verschillende punten tegenstrijdig hebben verklaard over de problemen. Zo heeft eiseres 1 verklaard dat de laatste bedreigingen kort voor het vertrek uit Albanië (eind 2023) zijn geuit [6] , terwijl eiser 1 tijdens zijn gehoor heeft verklaard dat hij “ongeveer een jaar geleden” (begin 2023) is bedreigd en “drie à vier maanden” na de eerdere bedreiging (midden 2023) voor de laatste keer [7] . Dat verweerder in de bestreden besluiten heeft erkend dat eisers geen specifieke data hebben genoemd, neemt niet weg dat eisers wel hebben verklaard in termen van maanden en perioden en dat die verklaringen alsnog tegenstrijdig zijn. Dit heeft verweerder tijdens de zitting nogmaals bevestigd. De rechtbank volgt eisers dan ook niet in hun betoog dat deze tegenwerping zou zijn ingetrokken door verweerder.
Daarnaast hebben eisers tegenstrijdig verklaard over waar de laatste bedreiging plaats zou hebben gevonden. Zo heeft eiser 1 verklaard dat hij de eerste keer werd bedreigd op zijn werk en de tweede keer toen hij met eiseres 1 op straat liep [8] . Eiseres 1 heeft daarentegen verklaard dat de bedreigingen op het laatst zijn geuit op de werkplek van eiser 1 [9] . Tot slot hebben eisers tegenstrijdig verklaard over het werk van eiser 1. Eiser 1 heeft verklaard dat zijn laatste werkdag “acht of negen maanden geleden” was (midden 2023) [10] , terwijl eiseres 1 heeft verklaard dat eiser 1 eind 2023 nog gewerkt heeft en daar toen bedreigd is [11] . De rechtbank is van oordeel dat verweerder al gelet op het voorgaande voldoende heeft gemotiveerd dat hij de verklaringen over de gestelde problemen door bloedwraak ongeloofwaardig vindt.
4.3.
Verweerder is in de bestreden besluit terug gekomen op zijn standpunt over de verklaringen van eisers over het doen van aangifte. Verweerder vond deze verklaringen eerst tegenstrijdig, maar heeft in het bestreden besluit aangegeven dat de verklaringen slechts verwarrend zijn. Het voorgaande doet echter niet af aan de tegenstrijdige verklaringen die de rechtbank onder 4.2. heeft besproken en kan dus niet tot een ander oordeel leiden.
4.4.
Tot slot leidt ook het overgelegde artikel van de Groene Amsterdammer niet tot een ander oordeel. Verweerder is hier in de bestreden besluiten al voldoende op ingegaan en heeft uitgelegd waarom hij beperkte waarde hecht aan het artikel. Zo heeft verweerder aangegeven dat het een algemeen en gedateerd (1996) artikel is. Bovendien blijkt uit het artikel dat bloedwraak met name in Noord-Albanië voorkomt, terwijl eisers in [plaatsnaam] hebben gewoond. Het betoog van eisers dat dit artikel ter illustratie is overgelegd, doet aan de motivering van verweerder niet af.
4.5.
Gelet op het voorgaande heeft verweerder voldoende gemotiveerd dat eisers bij terugkeer geen gegronde vrees voor vervolging hebben of een reëel risico lopen op ernstige schade.

Conclusie en gevolgen

5. Verweerder heeft de aanvragen op goede gronden afgewezen. De beroepen zijn ongegrond. Dat betekent dat de afwijzingen van de asielaanvragen in stand blijven. Eisers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten.
6. Omdat op de beroepen is beslist, bestaat er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken daarom af.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Garabitian, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak op de beroepen, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Tegen de uitspraak op de verzoeken om een voorlopige voorziening staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser 1 zijn geregistreerd met zaaknummers NL24.10722 en NL24.10723. Het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening van de overige eisers zijn geregistreerd met zaaknummers NL24.10726 en NL24.10727.
2.Ter volledigheid: Eiseres 2 is geboren nadat de andere eisers hun asielaanvragen hebben ingediend. Bij brief van het COa van 19 januari 2024 is verzocht de eerder ingediende asielaanvragen ook geldig te verklaren voor haar.
3.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
4.Een islamitische minderheidsgroep in Albanië.
5.“Bloedwraak in Albanië”, de Groene Amsterdammer, 22 mei 1996.
6.Pagina 11 van het “Gehoor veilig land van herkomst” van eiseres 1.
7.Pagina 9 van het “Gehoor veilig land van herkomst” van eiser 1.
8.Pagina 9 van het “Gehoor veilig land van herkomst” van eiser 1.
9.Pagina 7 van het “Gehoor veilig land van herkomst” van eiseres 1.
10.Pagina 4 van het “Gehoor veilig land van herkomst” van eiser 1.
11.Pagina 11 van het “Gehoor veilig land van herkomst” van eiseres 1.