ECLI:NL:RBDHA:2024:5238

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 februari 2024
Publicatiedatum
12 april 2024
Zaaknummer
C/09/656784 / FA RK 23-8241
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgregeling vastgesteld zonder verschijning van de vader in de procedure

Op 8 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de zorgregeling voor de minderjarige kinderen van partijen. De moeder heeft een verzoek ingediend om een regeling te treffen voor de omgang en verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de vader en de kinderen. De vader is niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift en de verklaring van de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder heeft aangegeven dat de kinderen een goede band met hun vader hebben en dat zij het belangrijk vindt dat er vaste contactmomenten komen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is om een zorgregeling vast te stellen, waarbij de kinderen om de week op zaterdag contact hebben met hun vader van 10.30 uur tot 16.00 uur, bij de moeder thuis of in de woonplaats van de moeder. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder toegewezen, aangezien er geen verweer van de vader is gekomen en de regeling uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 23-8241
Zaaknummer: C/09/656784
Datum beschikking: 8 februari 2024

Omgang en verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

Beschikking op het op 13 oktober 2023 ingekomen verzoek van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. M. de Bluts te Zoetermeer.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende te [woonplaats 2] .

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken waaronder:
- het verzoekschrift;
Op 11 januari 2024 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de moeder met haar advocaat;
  • [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming te ’s-Gravenhage.
De vader is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot het treffen van een regeling inzake de omgang en de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de vader en de minderjarige kinderen van partijen, in die zin dat de kinderen contact met de vader hebben om de week op zaterdag van 10.30 uur tot 16.00 uur in de woonplaats van de kinderen of bij de moeder thuis, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
De vader heeft geen verweer gevoerd.

Feiten

  • Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad. Zij hebben niet met elkaar samengewoond.
  • Zij zijn samen de ouders van de volgende thans nog minderjarige kinderen:
  • De kinderen verblijven bij de moeder.
  • De moeder is van rechtswege alleen met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3].
  • Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over [minderjarige 4] uit.
  • Beide partijen hebben de Nederlandse nationaliteit.

Beoordeling

De moeder heeft een verzoek bij de rechtbank ingediend omdat zij wenst dat de vader op regelmatige basis contact heeft met de kinderen. De kinderen kennen hun vader, omdat hij af en toe langskomt. Als hij er is, dan verloopt het contact tussen de vader en de kinderen goed. De moeder vindt het ook geen enkel bezwaar dat de vader bij haar in huis komt. Ze wil vooral dat de kinderen een sterkere band met hun vader gaan opbouwen. Volgens haar is dat mogelijk door vaste contactmomenten. De moeder heeft een minimum zorg/omgangsregeling verzocht, die volgens haar uitgebreid kan worden als het contact goed loopt. Op de zitting heeft de moeder aangegeven dat de vader doordeweeks werkt en in het weekend vrij is, voor zover zij weet.
De vader heeft geen contact opgenomen met de moeder nadat zij het verzoek heeft ingediend. Ook is hij niet in de procedure verschenen. Dat betekent dat de rechtbank geen rekening kan houden met het standpunt van de vader in de te nemen beslissing.
De rechtbank acht het in het belang van de kinderen dat de moeder het contact van hen met de vader bevordert en stimuleert. Regelmatig contact van de kinderen met de vader geeft de kinderen de ruimte om hun vader meer te leren kennen. De rechtbank vindt ook het belangrijk dat zowel de moeder als de kinderen weten wanneer de kinderen hun vader zullen zien. De moeder kan dan rekening houden met de komst van de vader, terwijl hij in het verleden op onverwachte momenten langskwam. De moeder heeft een regeling verzocht die die niet op een werkdag van de vader is gepland. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat deze regeling voor de vader haalbaar is. De rechtbank zal het verzoek van de moeder als op de wet gegrond, als niet weersproken en in het belang van de kinderen toewijzen.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat de minderjarigen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2016 te [geboorteplaats] ,
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2017 te [geboorteplaats] ,
  • [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2020 te [geboorteplaats] , en
  • [minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum 4] 2023 te [geboorteplaats] ,
contact/omgang met de vader zullen hebben:
- om de week op zaterdag van 10.30 uur tot 16.00 uur, bij de moeder thuis of in de woonplaats van de moeder,
en verklaart deze omgangsregeling en regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Visser, kinderrechter, bijgestaan door
mr. I.M. Talstra - Touwen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting
van 8 februari 2024.