ECLI:NL:RBDHA:2024:5209

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 april 2024
Publicatiedatum
12 april 2024
Zaaknummer
NL23.19860
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure

Op 8 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een hersteluitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL23.19860. Deze uitspraak betreft een correctie op een eerdere uitspraak van 7 maart 2024, waarin een kennelijke misslag is vastgesteld met betrekking tot de hoogte van de proceskostenveroordeling. De gemachtigde van eiser, mr. F. Boone, had op 7 maart 2024 een schriftelijke reactie ingediend na de zitting, maar deze was ten onrechte niet meegenomen in de eerdere beslissing. De rechtbank heeft deze misslag erkend en de hoogte van de proceskostenveroordeling aangepast.

In de nieuwe beslissing verklaart de rechtbank het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en veroordeelt de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.187,50. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de door eiser gemaakte proceskosten, die zijn berekend volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De rechtbank heeft de uitspraak van 7 maart 2024 verbeterd door in rechtsoverweging 16 op te nemen dat verweerder in de proceskosten van eiser wordt veroordeeld.

De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer, bestaande uit mr. H. Remerie als voorzitter en mr. J.F.I. Sinack en mr. E.F. Bethlehem als leden, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, en de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak blijft ongewijzigd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.19860
uitspraak van de meervoudige kamer ter verbetering van de uitspraak van 7 maart 2024 in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer],
(gemachtigde: mr. F. Boone),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Overwegingen

Naar aanleiding van het bericht van de gemachtigde van eiser van 7 maart 2024 heeft de rechtbank vastgesteld dat haar uitspraak van 7 maart 2024 een kennelijke misslag bevat die zich voor eenvoudig herstel leent. Die misslag heeft betrekking op de hoogte van de proceskostenveroordeling. De gemachtigde van eiser heeft er namelijk terecht op gewezen dat na de zitting nog een schriftelijke reactie op een schriftelijk standpunt van verweerder is ingediend. Hier is ten onrechte geen rekening mee gehouden bij het bepalen van de hoogte van de proceskostenveroordeling. De rechtbank zal daarom de beslissing als volgt aanpassen.

Beslissing

De rechtbank verbetert haar uitspraak van 7 maart 2024 door in rechtsoverweging 16. op te nemen:
16. In de gegrondverklaring van het beroep ziet de rechtbank aanleiding om verweerder
te veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze worden op grond van het Bpb [1] voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 2.187,50
bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift, een punt voor het
verschijnen ter zitting en een half punt voor het indienen van een schriftelijke reactie op een schriftelijk standpunt van verweerder na de zitting met een waarde per punt van € 875 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1 (gemiddeld).
Het dictum in de uitspraak van 7 maart 2024 komt als gevolg van deze correctie als volgt te luiden:
-
verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.187,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie, voorzitter, en mr. J.F.I. Sinack en mr. E.F. Bethlehem, leden, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. Voorts brengt deze uitspraak geen wijziging in de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.

Voetnoten

1.Besluit proceskosten bestuursrecht.