ECLI:NL:RBDHA:2024:5202

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 april 2024
Publicatiedatum
12 april 2024
Zaaknummer
NL23.33404
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. De eiser, vertegenwoordigd door mr. Z.M. Alaca, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 20 oktober 2023 de opvolgende asielaanvraag van de eiser niet-ontvankelijk had verklaard. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er reeds een uitspraak is gedaan op het beroep in een andere zaak met het nummer NL23.33403, en om die reden het verzoek om voorlopige voorziening heeft afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.33404

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], eiser,

V-nummer: [Nummer],
(gemachtigde: mr. Z.M. Alaca),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. S.J.R.R. Brock).

Inleiding

Met het besluit van 20 oktober 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de opvolgende asielaanvraag van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.33403, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.