ECLI:NL:RBDHA:2024:5200
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende terugkeerbesluit
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 8 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R. Deniz, had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit dat door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 7 februari 2024 was uitgevaardigd. Het beroep werd op 20 maart 2024 ingediend, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat dit beroep niet-ontvankelijk zou worden verklaard, omdat het niet verschoonbaar te laat was ingediend. Hierdoor zag de voorzieningenrechter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de zaak beoordeeld zonder zitting en heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te betalen. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.