ECLI:NL:RBDHA:2024:5185

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 januari 2024
Publicatiedatum
11 april 2024
Zaaknummer
NL23.38291
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.J. de Boer, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. E. de Jong, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 januari 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker, van Nigeriaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 1 december 2023 niet-ontvankelijk was verklaard. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 16 januari 2024, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, P. Oronsay. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat deze niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de beroepszaak NL23.38290. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.38291
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A.J. de Boer), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris (gemachtigde: mr. E. de Jong).

Procesverloop

Bij besluit van 1 december 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de beroepszaak NL23.38290, op 16 januari 2024 op een zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen P. Oronsay. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoeker stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1995] .
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.38290, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. Spelt, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Mulder, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
30 januari 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.