Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
regio Haaglanden
1.Het verloop van de procedure
De feiten
Rechtbank Den Haag
In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 18 maart 2024, wordt een verzoek behandeld van de Raad voor de Kinderbescherming regio Haaglanden tot ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van beide kinderen, die in een onveilige en onrustige thuissituatie verkeren. De moeder van de kinderen is belast met het ouderlijk gezag, maar blijkt niet in staat om de opvoedsituatie te stabiliseren. De Raad heeft geconstateerd dat de kinderen wisselend thuis wonen en dat er sprake is van opstandigheid en zelfbepalend gedrag, wat leidt tot een kwetsbare opvoedsituatie.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter de mening van de kinderen gehoord en is er gesproken over de zorgen van de moeder en de Raad. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat voor [minderjarige 1] een ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar noodzakelijk is, evenals een machtiging tot uithuisplaatsing in een jeugdhulpaanbieder voor zes maanden. Voor [minderjarige 2] is een ondertoezichtstelling voor zes maanden noodzakelijk, maar de machtiging tot uithuisplaatsing is afgewezen, omdat de thuissituatie momenteel stabiel genoeg lijkt.
De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.