ECLI:NL:RBDHA:2024:5143
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een last onder dwangsom en de invordering daarvan in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 april 2024, wordt het beroep van eiseres, een horecagelegenheid, tegen de oplegging van een last onder dwangsom en de invordering daarvan beoordeeld. Eiseres had een vergunning voor een terras van 20 m2, maar na inspectie bleek dat het terras 88 m2 besloeg, wat in strijd was met de vergunning. De gemeente legde daarop een last onder dwangsom op van €500 per dag, met een maximum van €3000. Eiseres voerde aan dat de last onterecht was, omdat zij tijdelijk met toestemming van de gemeente een groter terras had. De rechtbank oordeelde echter dat de last terecht was opgelegd, omdat de tijdelijke regeling was verlopen en eiseres niet had voldaan aan de vergunningsvoorwaarden. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die handhaving onterecht maken en dat de invordering van de dwangsom gerechtvaardigd is. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en zij krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.