Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
- [naam], namens de gecertificeerde instelling;
- de vader.
Rechtbank Den Haag
In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 21 maart 2024, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige besproken. De minderjarige, geboren in 2019, groeit feitelijk op zonder moeder, terwijl de vader belast is met het ouderlijk gezag. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, heeft geprobeerd de omgang tussen de minderjarige en de moeder te herstellen, maar dit is zonder succes gebleken. De moeder heeft niet meegewerkt en is niet verschenen bij de mondelinge behandeling. De kinderrechter concludeert dat er geen reële of haalbare doelen meer zijn voor de omgang en dat de verlenging van de ondertoezichtstelling enkel nodig is om deze goed af te sluiten, zodat hulpverlening in een vrijwillig kader kan worden gestart. De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden, tot 30 juni 2024, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Het verzoek van de gecertificeerde instelling om de ondertoezichtstelling voor zes maanden te verlengen wordt afgewezen.