ECLI:NL:RBDHA:2024:5117
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake overplaatsing naar opvang voor meerderjarigen
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 april 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen dat is ingediend door verzoekster, die in beroep is tegen haar overplaatsing naar een opvang voor meerderjarigen. Verzoekster, die stelt minderjarig te zijn, vraagt om erkenning van haar minderjarigheid en plaatsing in een opvang voor minderjarigen. De IND heeft echter haar leeftijd aangepast van minderjarig naar meerderjarig, wat verzoekster betwist. De rechtbank overweegt dat het COa, als bestuursorgaan, mag uitgaan van de leeftijdsregistratie door de IND en dat het COa zelf heeft beoordeeld of verzoekster bijzondere opvangbehoeften heeft. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen spoedeisend belang is voor de voorlopige voorziening, omdat verzoekster niet heeft aangetoond dat zij in een kwetsbare positie verkeert of dat het COa tekort is geschoten in haar opvangbehoeften. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af en stelt dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.