Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [nummer] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
De staatssecretaris heeft met de weergave van eisers verklaringen in het bestreden besluit namelijk onvoldoende recht gedaan aan die verklaringen. Bovendien heeft de staatssecretaris onvoldoende doorgevraagd op eisers verklaringen. Dat legt de rechtbank hierna uit.
Eiser heeft naar het oordeel van de rechtbank in dit kader echter ook veel andere verklaringen afgelegd. Op de vraag wat het met eiser persoonlijk heeft gedaan dat hij zijn biseksualiteit geheim moest houden, heeft eiser bijvoorbeeld verklaard dat het erg moeilijk is om jezelf en je identiteit te verbergen, dat hij niet gelukkig kon zijn of zichzelf kon zijn, dat hij zich moest aanpassen en het geheim moest houden, dat hij zichzelf niet kon uiten en dat dit echt zwaar was (nader gehoor, p. 10). De staatssecretaris heeft niet doorgevraagd waarom dit zo zwaar was. Op de vraag wat het met eiser deed dat hij er niet over kon praten met anderen, heeft hij verklaard dat hij verdrietig was, dat het een schande is om te vertellen, en dat hij bang was voor de gevolgen (nader gehoor, p. 32). De staatssecretaris heeft niet doorgevraagd op dit verdriet. Op de vraag hoe hij eiser zich voelde toen hij slechte ervaringen had gehad met zijn geaardheid, heeft eiser verklaard dat hij slechte gevoelens heeft gehad (nader gehoor, p. 33). De staatssecretaris heeft ook op deze slechte gevoelens niet doorgevraagd.
Ook deze weergave doet naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht aan eisers verklaringen. Eiser heeft namelijk óók verklaard over hoe moeilijk het was om zijn biseksualiteit geheim te houden, maar dat hij kon genieten van [naam 2] en [naam 3] en dat hij kon zijn wie hij echt was, ondanks dat anderen ertegen waren (nader gehoor, p. 33). De staatssecretaris heeft gelet op die verklaringen niet deugdelijk gemotiveerd waarom eiser onvoldoende heeft uitgelegd dat hij – ook in een land als Nigeria – blij kon zijn met zijn geaardheid. De staatssecretaris heeft daarnaast eisers aanvullingen in de zienswijze onvoldoende concreet en vrij algemeen bevonden, terwijl uit de uitgebreide weergave van die aanvullingen in het bestreden besluit (p. 4 en 5) blijkt dat eiser juist ook heeft toegelicht wat voor gevoelens hij had bij zijn gestelde biseksuele geaardheid in Nigeria en wat dit persoonlijk met hem deed. Zo heeft eiser vrij uitgebreid verklaard dat en waarom hij niemand kon vertrouwen, dat en waarom hij altijd angst had, dat hij zijn gevoelens wegstopte en dat hij zich niet vrij en geaccepteerd voelde. De staatssecretaris vindt dit algemeen omdat eiser geen concrete voorbeelden heeft genoemd, maar het is de rechtbank niet duidelijk waarom het gebrek aan voorbeelden de verklaringen in dit geval algemeen zouden maken.
Naar het oordeel van de rechtbank wijst eiser er echter terecht op dat de staatssecretaris had moeten concretiseren wat er zo algemeen is aan eisers verklaringen. Eiser heeft desgevraagd over zijn gevoelens voor [naam 5] verklaard en hij heeft daarbij ook zijn emoties beschreven. Zo heeft eiser onder meer verklaard dat hij sterke gevoelens had maar dat hij het echt jammer en triest vond dat hij die affectie niet kon tonen in het openbaar, en dat hij bij het beëindigen van de relatie verloren was, heel veel heeft gehuild en dat dit heel pijnlijk was (nader gehoor, p. 12). Op de vraag hoe het voor eiser was om te doen alsof hij en [naam 5] gewone vrienden waren, heeft eiser verklaard dat het zwaar, emotioneel en heel moeilijk was en dat dit uitdagingen waren die hij moest doorstaan (nader gehoor, p. 24). Op de vraag hoe eiser de toekomst van zijn verboden relatie met [naam 5] in Nigeria zag, heeft eiser verklaard dat zij alles in het geheim deden en dat het pijnlijk en moeilijk was om niet publiekelijk handen te kunnen vasthouden of zoenen (nader gehoor, p. 24). De staatssecretaris heeft niet op deze gevoelens en verklaringen doorgevraagd, terwijl die verklaringen hem daartoe wel aanleiding hadden moeten geven. Daarom heeft de staatssecretaris zich ook niet deugdelijk gemotiveerd op het standpunt gesteld dat eiser méér over zijn emoties had moeten verklaren dan dat hij heeft gedaan. Daar komt bij dat de staatssecretaris de bij de zienswijze overgelegde foto’s van eiser en [naam 5] niet kenbaar heeft betrokken bij het bestreden besluit.
Wat betreft die informatie wijst de staatssecretaris erop dat uit algemene landeninformatie volgt dat het mogelijk is om tegen betaling artikelen te plaatsen in de Nigerian Observer. Volgens de staatssecretaris bestaat er corruptie binnen de journalistiek van Nigeria, in het bijzonder bij de Nigerian Observer, die kampte met financiële problemen. De staatssecretaris verwijst daarbij in een voetnoot naar een vijf jaar oud rapport van de EASO Country of Origin Query over Nigeria van 9 juli 2018. Reeds omdat dit rapport niet recent is, kan de staatssecretaris naar het oordeel van de rechtbank zijn standpunt niet daarop baseren. Bovendien strookt het standpunt van de staatssecretaris niet met wat er in het rapport staat. In het rapport staat dat Nigerian Observer te maken heeft gehad met verschillende problemen, waaronder personeelsgebrek, maar dat het personeel nog steeds wordt betaald. De Nigeriaanse ‘Presidential Advisor of Media and Publicity’ zou in 2015 – inmiddels 9 jaar geleden – hebben verklaard dat zelfs ‘sommige’ goedbetaalde journalisten zich schuldig maken aan corruptie. Desondanks had de EASO in 2018 geen informatie over recente gevallen van omkoping of corruptie waarbij journalisten van Nigerian Observer betrokken waren (rapport, pagina 7). Uit dat rapport blijkt dus juist niet dat er in het bijzonder bij de Nigerian Observer corruptie bestaat.
Anders dan de staatssecretaris ter zitting heeft gesuggereerd, heeft hij het Algemeen ambtsbericht Nigeria van januari 2023 niet kenbaar bij zijn besluitvorming betrokken. De rechtbank ziet in dit Algemeen ambtsbericht ook niets staan over corruptie of omkoping binnen de Nigeriaanse journalistiek. Ter zitting heeft de staatssecretaris aangegeven dat ook uit het Algemeen ambtsbericht Nigeria van maart 2021 volgt dat krantenartikelen in Nigeria kunnen worden aangepast, maar de rechtbank kan daarover in dat ambtsbericht ook niets terugvinden. De staatssecretaris heeft dan ook niet deugdelijk onderbouwd dat het in Nigeria mogelijk is om tegen betaling artikelen te plaatsen in de Nigerian Observer. De staatssecretaris heeft daarom ook niet deugdelijk gemotiveerd dat de openbare landeninformatie bijdraagt aan de bevinding dat het door eiser overgelegde artikel zeer waarschijnlijk frauduleus is.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;