ECLI:NL:RBDHA:2024:5090
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot realisatie van aansluitingen op elektriciteitsnetwerk in kort geding afgewezen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 april 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eisende partij] en Liander N.V., waarbij de vordering van [eisende partij] tot realisatie van 24 huisaansluitingen op het elektriciteitsnetwerk werd afgewezen. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Lasschuit, had Liander N.V. gedagvaard omdat de aansluitingen voor een nieuwbouwproject aan [Straatnaam 1] te [plaats 2] niet tijdig waren gerealiseerd. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende aannemelijk was gemaakt dat de werkzaamheden binnen de gevorderde termijn van 30 dagen konden worden uitgevoerd. Liander had aangegeven dat er eerst een uitbreiding van de transportcapaciteit moest plaatsvinden, wat niet binnen de gevraagde termijn mogelijk was. De Gemeente Noordwijk, die zich aan de zijde van de eiseres had gevoegd, had ook geen bezwaar tegen de voeging, maar Liander betwistte het belang van de Gemeente bij de voeging. De voorzieningenrechter heeft de vordering van [eisende partij] afgewezen, omdat niet was aangetoond dat Liander niet voldoende voortvarend had gehandeld. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de eiseres en de Gemeente, die hoofdelijk aansprakelijk werden gesteld voor de proceskosten.