Uitspraak
1.De procedure
- de kortgedingdagvaarding met producties, van 4 januari 2024;
- de akte weergave feiten tevens houdende akte overlegging producties afkomstig van NN op 4 januari 2024;
- de akte weergave feiten tevens houdende akte overleggen producties afkomstig van [eiser] op 10 januari 2024;
- de akte weergave nadere feiten tevens houdende akte overlegging producties afkomstig van NN op 11 januari 2024;
- de akte overlegging producties afkomstig van NN op 17 januari 2024;
- de spreekaantekeningen zijdens [eiser] ;
- de spreekaantekeningen zijdens NN;
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 18 januari 2024.
in verband met behandeling in het ziekenhuis [waardoor het] medisch niet verantwoord was om bloed af te nemen”. Wel is een urinemeting uitgevoerd waaruit bleek dat de ethanolwaarde in de urine 1.30 bedroeg. Uit het verslag van de ambulancebroeders die aanwezig waren bij het ongeval volgt dat de adem van Nieuwenhuis rook naar alcohol. In het verslag van de SEH-artsen staat vermeld dat [eiser] bij aankomst op de SEH heeft verklaard dat hij veel bier had gedronken en dat hij daarna in de auto was gestapt en tegen een boom was gereden. In de verslaglegging is ook opgenomen dat er sprake was van een sterke alcohol foetor.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Dhr lijkt bij aankomst overleden maar het tegendeel is waar, hij ademt, ruikt naar alcohol”. In het SEH-verslag, dat door de dienstdoende artsen is opgesteld, staat, voor zover relevant, vermeld “
Op truckers festival geweest. Veel bier gedronken. Nadien in auto gestapt en tegen een boom aan gereden. Geen gordel. Aanvankelijk aanspreekbaar, grapte o.a. dat hij allergisch was voor te veel bier. Alcohol foetor+.” en bij de conclusie “
47-jarige patiënt komt als A-trauma na auto vs boom onder invloed van alcohol”. In het nadere SEH-verslag staat het volgende vermeld “
alc foetor” en “
grapt dat hij allergisch is voor bier”. Uit de verslaglegging van het MMT en uit de tijdlijn van de SEH, door NN opgenomen als producties 30 en 31, blijkt volgens NN verder dat het voorkomen en handelen van [eiser] zodanig was dat sprake was van een alcoholvergiftiging. Een alcoholvergiftiging ontstaat alleen na overmatig alcoholgebruik in korte tijd, aldus NN. Daarnaast heeft NN haar verweer onderbouwd met de analyse van een toxicoloog. De toxicoloog heeft op basis van de afgenomen urine van [eiser] (die volgens NN waarschijnlijk verdund was door nierfalen) onderzocht en berekend wat de alcoholconcentratie in zijn bloed moet zijn geweest ten tijde van het ongeval. De toxicoloog kwam tot de conclusie dat, met toepassing van een voorspellingsinterval van 95%, sprake moet zijn geweest van een alcoholgehalte van 0,6 tot 1,7 milligram. Dat is gelegen (ver) boven de grens van artikel 47.1 van de polisvoorwaarden maar ook boven de wettelijke toegestane grens zoals vermeld in artikel 8 lid 2 WVW 1994, aldus NN.