ECLI:NL:RBDHA:2024:5001
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanvraag om een PTSS-hulphond op grond van de Wmo 2015
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om in aanmerking te komen voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), in de vorm van de aanschaf van een PTSS-hulphond. Het college heeft deze aanvraag met het primaire besluit van 11 december 2020 afgewezen. Met het bestreden besluit van 6 juli 2021 op het bezwaar van eiseres is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. De rechtbank heeft het beroep op 17 mei 2023 op zitting behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door G.H.P. van der Helm, een deskundige. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om het college de gelegenheid te geven het advies van Trompetter & Partners te heroverwegen. Op 8 augustus 2023 heeft het college het bestreden besluit vervangen, het primaire besluit herroepen en aan eiseres een bedrag van € 9.980,- toegekend voor de opleidingskosten van de psychosociale hulphond.
De rechtbank overweegt dat het college met het besluit van 8 augustus 2023 volledig tegemoet is gekomen aan de eisen van eiseres. Hierdoor is de vraag of eiseres nog een belang heeft bij haar beroep aan de orde. De rechtbank concludeert dat eiseres geen belang meer heeft bij het beroep tegen het bestreden besluit, noch bij de beoordeling van het besluit van 8 augustus 2023. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank bepaalt dat het college het door eiseres betaalde griffierecht van € 49,- moet vergoeden, maar er zijn geen proceskosten voor vergoeding vastgesteld.