In de uitspraak van 11 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag zich gebogen over twee zaken (SGR 21/5944 en SGR 22/3431) betreffende omgevingsvergunningen voor het realiseren van een tweede in- en uitweg op een perceel in Lisse. Eisers, de eigenaren van het perceel, hadden in 2020 een omgevingsvergunning aangevraagd, die door het college van burgemeester en wethouders van Lisse was geweigerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de weigering van de vergunning niet voldoende gemotiveerd was, vooral omdat de verkeersveiligheid niet adequaat was onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de bestreden besluiten in strijd waren met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en heeft de beroepen gegrond verklaard. De rechtbank heeft het college opgedragen om opnieuw een beslissing op bezwaar te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de eisers, die in totaal € 1.674,- bedragen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming en de noodzaak voor bestuursorganen om hun besluiten goed te motiveren, vooral als het gaat om verkeersveiligheid en het gelijkheidsbeginsel.