ECLI:NL:RBDHA:2024:4993

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 april 2024
Publicatiedatum
9 april 2024
Zaaknummer
NL24.8355
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met proceskostenveroordeling

Op 1 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 27 maart 2024 behandeld, waarbij zowel verzoeker als zijn gemachtigde aanwezig waren, en de staatssecretaris vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.

In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een andere zaak (NL24.8354), heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er al een uitspraak is gedaan op het beroep. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Desondanks heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt in verband met zijn verzoek om een voorlopige voorziening. Deze kosten zijn vastgesteld op € 875,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.8355

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

v-nummer: [v-nummer],
(gemachtigde: mr. A. Khalaf),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. B.W. Zagers).

Procesverloop

Bij besluit van 1 maart 2024 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.8354, op 27 maart 2024, op zitting behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn verschenen. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.8354, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de beroepsprocedure ziet de voorzieningenrechter wel aanleiding om de staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten die verzoeker in verband met zijn verzoek om een voorlopige voorziening heeft gemaakt. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 875,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift). Gezien de gelijktijdige behandeling ter zitting, worden de kosten voor het verschijnen ter zitting al vergoed in de beroepszaak.

Beslissing

De voorzieningenrechter
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 875,-
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.E. Geçer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.