Uitspraak
Rechtbank den haag
de werkgever,
Rechtbank Den Haag
Op 15 februari 2024 heeft de kantonrechter mr. I.D. Bellaart, bijgestaan door griffier N. Knopper, een mondelinge uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke zaak tussen een werkneemster en haar werkgever, Stichting Careyn. De werkneemster, die op 1 februari 2023 in dienst trad met een proeftijd van één maand, werd op 14 februari 2023 ontslagen. De werkneemster stelde dat het ontslag onterecht was, omdat de werkgever onvoldoende gelegenheid had gehad om haar functioneren te beoordelen. De kantonrechter oordeelde echter dat voor een ontslag tijdens de proeftijd geen redelijke grond vereist is en dat het ontslag alleen kan worden vernietigd als het in strijd is met goed werkgeverschap of onaanvaardbaar is volgens redelijkheid en billijkheid. De kantonrechter concludeerde dat de werkgever zich voldoende een beeld had kunnen vormen van de werkneemster op basis van de bijeenkomsten die zij had bijgewoond. De verzoeken van de werkneemster werden afgewezen, en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 543,00. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en de termijn voor het instellen van hoger beroep begint op de dag van de uitspraak.