ECLI:NL:RBDHA:2024:498

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 januari 2024
Publicatiedatum
18 januari 2024
Zaaknummer
C/09/658726 / KG ZA 23-1097
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over opzegging van sponsorovereenkomst en toegang tot skylounge ADO Den Haag

In deze zaak heeft eiseres, een makelaarskantoor dat sinds 2008 sponsor is van ADO Den Haag, een kort geding aangespannen tegen ADO. De aanleiding voor het geschil is de opzegging van een overeenkomst door ADO, die eiseres beschuldigt van tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst, waaronder het niet naleven van het huishoudelijk reglement. Eiseres betwist de opzegging en stelt dat de overeenkomst als een huurovereenkomst moet worden gekwalificeerd, waardoor deze niet buitengerechtelijk kan worden ontbonden. ADO vordert op haar beurt dat eiseres en haar bestuurder de toegang tot het stadion en de skylounge wordt ontzegd.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de overeenkomst inderdaad als een huurovereenkomst kan worden aangemerkt, en dat ADO niet gerechtigd was om deze zonder tussenkomst van de rechter te ontbinden. De rechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, waardoor ADO verplicht is om eiseres toegang te geven tot de skylounge op dagen van thuiswedstrijden. Daarnaast heeft de rechter ADO gedeeltelijk in het gelijk gesteld door te oordelen dat er voldoende aanwijzingen zijn voor schending van het huishoudelijk reglement, en heeft ADO de mogelijkheid gekregen om de toegang van de heer [bestuurder] tot de skylounge te ontzeggen.

De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsbescherming van partijen in contractuele relaties en de noodzaak voor een rechterlijke tussenkomst bij de ontbinding van huurovereenkomsten. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team handel - voorzieningenrechter
Zittingsplaats Den Haag
Zaaknummer: C/09/658726 / KG ZA 23-1097
Vonnis in kort geding van 19 januari 2024
in de zaak van
[Bedrijfsnaam] B.V., te [vestigingsplaats] ,
eiseres in conventie, gedaagde in voorwaardelijke reconventie,
advocaat: mr. K.S.L. van Vliet en mr. E.A.H. ten Berge te Naaldwijk,
tegen
ADO DEN HAAG N.V.te Den Haag,
gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie,
advocaat: mr. M.J.E.L. Delissen en mr. C.J. Luiten te Den Haag.
Partijen worden hierna [Bedrijfsnaam] en ADO genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 4;
- de conclusie van antwoord en eis in voorwaardelijke reconventie met producties 1 t/m 7;
- producties 5 t/m 7 aan de zijde van [Bedrijfsnaam] ;
- de op 5 januari 2024 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door [Bedrijfsnaam] een pleitnota is overgelegd.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten in conventie en reconventie

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
ADO is een betaald voetbal organisatie. ADO exploiteert het stadion in Den Haag (voorheen genaamd Cars Jeans Stadion, thans Bingoal Stadion) waar het eerste team van ADO zijn thuiswedstrijden speelt.
2.2.
[Bedrijfsnaam] exploiteert een makelaarskantoor. De heer [bestuurder] (hierna: de heer [bestuurder] ) is bestuurder van [Bedrijfsnaam] .
2.3.
[Bedrijfsnaam] is sinds 2008 sponsor van ADO. Tussen [Bedrijfsnaam] en ADO is een overeenkomst genaamd ‘overeenkomst tot gebruik van een sky lounge in het cars jeans stadion’ tot stand gekomen (hierna: de overeenkomst). Op basis van de overeenkomst stelt ADO (onder andere) skylounge [loungenummer] (hierna: de skylounge) en 25 toegangsbewijzen per thuiswedstrijd aan [Bedrijfsnaam] ter beschikking. [Bedrijfsnaam] betaalt hiervoor per voetbalseizoen een vergoeding aan ADO van € 35.000,- exclusief servicekosten. [Bedrijfsnaam] maakt zelf gebruik van de skylounge en stelt deze (gedeeltelijk) ter beschikking aan een groep ondernemers met een min of meer vaste samenstelling.
2.4.
De overeenkomst is op 1 juli 2020 in werking getreden en is aangegaan voor de duur van tien voetbalseizoenen. De overeenkomst eindigt op 30 juni 2030.
2.5.
In de overeenkomst is met betrekking tot het gebruik van de skylounge onder meer het volgende opgenomen:
“4.5 Gebruiker, alsmede de personen die hij tot de Sky Lounge heeft toegelaten, zijn personeel en de personen waarvoor hij aansprakelijk is, dient/dienen zich in zowel de Sky Lounge als in het gehele Cars Jeans stadion, te gedragen overeenkomstig het bepaalde in het Huishoudelijk Reglement (Bijlage I), de huisregels stadion (Bijlage II) en de KNVB standaardvoorwaarden.
4.6
ADO Den Haag is vanwege redenen als onder meer de openbare orde, de belangen van ADO Den Haag en/of doordat Gebruiker handelt in strijd met hetgeen bepaald is in deze overeenkomst, te allen tijde gerechtigd Gebruiker (dan wel vanwege hem aanwezige derden) de toegang tot het Cars Jeans Stadion te ontzeggen.
(…)
4.8
Gebruik van de Sky lounge en parkeerplaatsen kan, onverminderd het bepaalde in art. 4.7 en 4.10, plaatshebben:
  • op werkdagen van 8.30 tot 20.00 uur;
  • op zaterdagen van 9.00 tot 13.00 uur;
  • niet op zondagen, tenzij ADO Den Haag alsdan een Thuiswedstrijd speelt;
  • op ADO Den Haag Thuiswedstrijddagen vanaf het tijdstip dat de toegangscontrole in het hoofdgebouw functioneert tot 2,5 uur na het einde van de wedstrijd.”
2.6.
In het Huishoudelijk Reglement van ADO staat (onder meer) het volgende:
“1. Algemeen gebruik
(…)
De gebruiker is te allen tijde verantwoordelijk voor het gedrag van zijn gasten. ADO Den Haag behoudt zich het recht voor om eventuele sanctie wegens gedrag van zijn gasten op de Gebruiker op te leggen. Wij streven een zakelijke ambiance na in deze ontvangstruimten. (…)
7. Overlast
Bezoekers van een Sky Lounge dienen geen overlast te veroorzaken aan andere bezoekers in het stadion en dienen zich te gedragen zoals in zakelijke kringen betamelijk wordt geacht.
(…)
“8. Beveiliging
Iedere bezoeker van een Sky Lounge dient de aanwijzingen op te volgen van het beveiligingspersoneel.”
2.7.
De overeenkomst bevat verder de volgende bepaling:
“16.1 Deze overeenkomst kan door middel van een aangetekend schrijven door een partij eenzijdig en met onmiddellijke ingang worden beëindigd in geval de wederpartij in strijd handelt met enige bepaling van de overeenkomst en deze wederpartij niet binnen tien (10) dagen nadat zij per aangetekend schrijven op haar strijdige handelswijze is gewezen, deze alsnog volledig nakomt. Een ingebrekestelling is niet vereist indien volledige nakoming niet meer mogelijk dan wel zinvol is of in de overeenkomst een finale termijn is opgenomen waarbinnen moet zijn gepresteerd. Een beëindiging als bedoeld in de eerste volzin van dit artikellid laat onverlet het recht van de beëindigende partij om aanspraak te maken op schadevergoeding en vergoeding van gemaakte kosten.”
2.8.
Op 4 februari 2023 heeft de heer [bestuurder] in de skylounge een thuiswedstrijd bijgewoond. Na afloop is er een schermutseling ontstaan. ADO heeft een verklaring overgelegd van de heer [steward 1] en de heer [steward 2] , beiden werkzaam als steward bij ADO. In de verklaring staat, voor zover van belang, het volgende:
“Wij zijn teruggesneld naar de Lounge [loungenummer] en wij zagen dat enkele bezoekers van de Lounge op de gang stonden te schreeuwen tegen de beveiligers. Een persoon stond letterlijk neus aan neus met een van de beveiligers. Ik opende de deur van de Lounge [loungenummer] , zodat ik kon zien wat er binnen in de lounge gebeurde terwijl [steward 2] de gemoederen probeerde te sussen. Ik hoorde van een van de beveiligers dat ze uit de lounge waren geduwd door bezoekers en [bestuurder] . Op het moment dat ik in de deuropening stond, kwam [bestuurder] naar mij toe. Hij riep “wegwezen”. Ik vroeg hem rustig te doen en ik deed een poging om hem uit te leggen dat iedereen om 00.30 uur moet stoppen. Hij schreeuwde tegen mij dat wij altijd hem moeten hebben en dat anderen langer kunnen blijven.
(…)
Ik, [steward 1] , wil graag onderstrepen dat ik gezien mijn werkachtergrond (defensie en Politie) best wel wat gewend ben en weet ik hoe ik de-escalerend moet optreden. Maar hetgeen wat er gezegd is en wat er is gebeurd die nacht in de lounge, kan ik alleen maar omschrijven als onvoorspelbaar en gevaarlijk. Ik spreek voor beide als ik zeg dat wij ons ten tijde van de situatie bedreigd voelde.”
2.9.
ADO heeft met betrekking tot de thuiswedstrijd van 4 februari 2023 daarnaast een verklaring overgelegd van de heer [veiligheidscoördinator] , werkzaam bij ADO als veiligheidscoördinator. De verklaring vermeldt, voor zover van belang, het volgende:
“De tweede poging werd een kwartier later (rond 00:50) ingezet met twee beveiligers van BEX erbij. [bestuurder] was hier niet van gediend en stond hoofd tegen hoofd met de beveiliger van BEX. [steward 2] en [steward 1] hebben hier serieus moeten ingrijpen anders was [bestuurder] de beveiliger fysiek te lijf gegaan. De beveiligers waren de box uit gegaan om verdere escalatie te voorkomen. [steward 1] bleef echter nog wel in de box en werd (wederom) bijna aangevallen door [bestuurder] .(..)
Ik heb een heel klein deel van het verhaal zelf gezien, maar [bestuurder] is echt over alle grenzen gegaan. Respectloos, agressief, scheldend…”
2.10.
Op 9 februari 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de heer [bestuurder] en ADO. Bij e-mail van 10 februari 2023 schrijft ADO, voor zover van belang:
“Volgens mij hebben we in ons gesprek als ADO Den Haag en jij als Unithouders begrip getoond voor elkaars standpunten en zijn we het erover eens dat we niet meer in een dergelijke situatie terecht willen en gaan komen. Wij zijn overeengekomen dat de huisregels gerespecteerd moeten worden (of dit nu de overlast van muziek, sluitingstijd of andersoortig is) en dat deze voor eenieder gelden. ADO Den Haag zal erop toezien dat n.a.v. jouw opmerking de strategie en volgorde van sluitingstijd op de 3e en 4e etage wordt veranderd.
(…)
Wij hebben samen nog één ding afgesproken. Deze zogenaamde ‘gele kaart’, blijft tussen ons, maar we weten er allebei van. Hij zal niet organisatie breed of met derden gedeeld worden (…)”
2.11.
Op 13 februari 2023 stuurt [bestuurder] een e-mailbericht waarin, voor zover van belang, het volgende staat vermeld:
“De zogenaamde “gele kaart” ga ik niet accepteren.
Dat jij het schrijft prima, maar accepteren c.q. aanvaarden doe ik het niet en dit heb ik je ook mondeling al toegelicht.(…)”
2.12.
Op 8 december 2023 heeft er opnieuw een voorval plaatsgevonden. ADO heeft een verklaring overgelegd van de heer [naam 1] , voorheen werkzaam bij ADO als manager veiligheid, waarin voor zover van belang staat:
“Op vrijdag 8 december 2023 bevond ik mij in de functie van Manager Veiligheid van ADO Den Haag in het Bingol stadion te Den Haag.(…)
Conform het huishoudelijk regelement moeten de businessboxen om 00.30 uur leeg zijn. Gekomen bij box [loungenummer] hoorde ik nog luide muziek uit de box komen en zag ik dat deze box nog volledig was gevuld met bezoekers.(…)
Ik zag dat de mij bekende [bestuurder] met stemverheffing tegen [naam 2] zeggen: “alleen [steward 2] mag hier binnen, jij moet opkankeren” dit ging gepaard met wilde armgebaren. Ik hoorde dat hij dit op een agressieve wijze diverse malen herhaalde. Tevens hoorde ik hem roepen “ik maak zelf wel uit hoe laat deze box dicht gaat”. [naam 2] heeft de box verlaten. Ik ben toen verder de box ingelopen. Toen [bestuurder] dit zag kwam hij naar mij toelopen en vertelde ook mij op een luidde en agressieve wijze dat ik moest opkankeren. Terwijl hij dit tegen mij zei duwde hij mij op mij borst richting de uitgang.(…)
Ik heb daarna [bestuurder] aangegeven dat de box zo snel mogelijk leeg moest zijn en dat er consequenties zouden volgen. Ik zag dat [bestuurder] hard begon te lachen en de box weer inliep. Een ogenblijk later hoorde ik dat de muziek weer hard ging spelen. Om verdere escalatie te voorkomen hebben wij geen contact meer gezocht met [bestuurder] .”
2.13.
ADO heeft op 12 december 2023 een brief aan [Bedrijfsnaam] verzonden met als onderwerp ‘Opzegging overeenkomst [overeenkomstnummer/-naam] ’. In de brief staat voor zover hier van belang het volgende:
“(…)Middels dit schrijven zeggen wij contract [overeenkomstnummer/-naam] wegens het overschrijden van het Huishoudelijk reglement Sky Lounges (Bijlage I; artikel 1, 7 en 8) per direct op. Dit houdt in dat u vanaf heden geen toegang meer heeft tot Sky Lounge [loungenummer] . Op korte termijn ontvangt u een creditnota pro rato van de gespeelde wedstrijden.(…)”
2.14.
Op 14 december 2023 heeft een bespreking tussen [Bedrijfsnaam] en ADO plaatsgevonden. Per brief van 15 december 2023 is ADO gesommeerd om de opzegging in te trekken en te bevestigen dat [Bedrijfsnaam] onbelemmerd toegang zal krijgen tot de skylounge.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[Bedrijfsnaam] vordert - zakelijk weergegeven - ADO op straffe van een dwangsom te gebieden [Bedrijfsnaam] in de gelegenheid te stellen haar rechten uit de overeenkomst uit te oefenen, onder meer inhoudende dat [Bedrijfsnaam] op dagen waarop ADO thuiswedstrijden speelt toegang heeft tot de skylounge, met veroordeling van ADO in de proceskosten.
3.2.
Aan haar vordering legt [Bedrijfsnaam] - samengevat - ten grondslag dat de overeenkomst niet door ADO kon worden opgezegd c.q. ontbonden. De overeenkomst kwalificeert als een huurovereenkomst in de zin van artikel 7:230a lid 1 BW. Dit brengt mee dat de overeenkomst tussentijds niet opzegbaar is, althans niet buitengerechtelijk kan worden ontbonden. Daarnaast is er geen reden voor opzegging van de overeenkomst en heeft ADO de opzegging onvoldoende onderbouwd. [Bedrijfsnaam] heeft ten slotte een spoedeisend belang bij haar vordering, nu de omstandigheid dat zij haar vaste relaties niet in de skylounge kan ontvangen zorgt voor onrust en schade.
3.3.
ADO voert verweer. De kern daarvan is het navolgende. ADO betwist dat de overeenkomst kwalificeert als een huurovereenkomst. Volgens ADO dient de overeenkomst te worden gekwalificeerd als een koop- dan wel gebruiksovereenkomst. [Bedrijfsnaam] is tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst, onder meer door in strijd te handelen met het Huishoudelijk Reglement. Nu [Bedrijfsnaam] geen gehoor heeft gegeven aan de ingebrekestelling in het e-mailbericht van 10 februari 2023, was ADO op grond van artikel 16 van de overeenkomst gerechtigd de overeenkomst op te zeggen c.q. te ontbinden.
in voorwaardelijke reconventie
3.4.
ADO vordert - zakelijk weergegeven - primair [Bedrijfsnaam] , althans de heer [bestuurder] , de toegang te ontzeggen tot het stadion, althans tot de skylounge. ADO vordert subsidiair [Bedrijfsnaam] op straffe van een dwangsom te veroordelen om de skylounge te ontruimen en machtiging om de ontruiming op kosten van [Bedrijfsnaam] te bewerkstelligen met de sterke arm. Daarnaast vordert zij primair en subsidiair om [Bedrijfsnaam] te veroordelen in de proceskosten.
3.5.
Hieraan legt ADO het volgende ten grondslag. [Bedrijfsnaam] , althans de heer [bestuurder] , heeft zich bij herhaling na afloop van thuiswedstrijden van ADO misdragen onder meer door zich langer dan toegestaan op te houden in de skylounge en zich onwenselijk te gedragen tegenover werknemers van ADO en door haar ingehuurde beveiligers. Het incident van 8 december 2023 was de druppel die de emmer deed overlopen. ADO heeft een spoedeisend belang bij haar vordering. Werknemers van ADO en ingeschakelde derden hebben aangegeven dat zij niet meer willen werken zolang [Bedrijfsnaam] toegang heeft tot het stadion.
3.6.
[Bedrijfsnaam] voert verweer. [Bedrijfsnaam] betwist dat zij onaanvaardbaar gedrag vertoont. Zij voert aan dat ADO zich schuldig maakt aan eigenrichting. Daarnaast zijn de vermeende incidenten volgens [Bedrijfsnaam] het gevolg van een falend veiligheidsbeleid binnen het stadion, omdat bezoekers uit het hoofdgebouw iedere skylounge kunnen betreden. [Bedrijfsnaam] voert tot slot aan dat ADO geen spoedeisend belang heeft en haar vordering niet kan instellen tegen de heer [bestuurder] , omdat hij geen partij is in deze procedure.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
Het spoedeisend belang van [Bedrijfsnaam] vloeit naar het oordeel van de voorzieningenrechter voort uit de aard van haar vordering. Het spoedeisend belang van [Bedrijfsnaam] is door ADO ook niet betwist.
4.2.
De voorzieningenrechter zal moeten beoordelen of voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de vordering van [Bedrijfsnaam] zal toewijzen. De voorzieningenrechter dient daartoe allereerst te beoordelen of de tussen partijen gesloten overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een huurovereenkomst. Daarbij is niet van belang of partijen ook daadwerkelijk de bedoeling hebben gehad een huurovereenkomst aan te gaan; het gaat erom of de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van huur. Artikel 7:201 BW omschrijft de huurovereenkomst als de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie.
4.3.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is in het onderhavige geval sprake van een huurovereenkomst. Het verweer van ADO dat de vergoeding die [Bedrijfsnaam] betaalt alleen ziet op de aanschaf van 25 toegangskaarten en daarmee geen sprake is van een tegenprestatie voor het gebruik van de skylounge, volgt de voorzieningenrechter niet. [Bedrijfsnaam] heeft op basis van de overeenkomst het recht om de (in ieder geval deels door haar naar eigen inzicht ingerichte) skylounge, ook op niet-thuiswedstrijddagen, gedurende bepaalde tijden, exclusief te gebruiken. Het bedrag dat ADO per voetbalseizoen betaalt moet daarmee worden aangemerkt als een tegenprestatie voor het gebruik van de skylounge, waarmee ook ruimte wordt geboden de voetbalwedstrijden van ADO te volgen. Aan de wettelijke definitie van een huurovereenkomst is daarmee voldaan.
4.4.
Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of de overeenkomst tussen partijen is aan te merken als een huurovereenkomst in de zin van artikel 7:230a BW. De voorzieningenrechter oordeelt dat dit het geval is. De skylounge dient te worden gerekend tot de door artikel 7:230a BW bestreken ‘overige gebouwde onroerende zaken’, waartoe immers ook een ’gedeelte’ van een gebouwde onroerende zaak behoort.
4.5.
Op grond van artikel 7:231 lid 1 BW is ontbinding van een huurovereenkomst in de zin van artikel 7:230a BW als gevolg van een wanprestatie door de huurder alleen mogelijk via de kantonrechter, behoudens de gevallen in artikel 7:231 lid 2 BW. Van een situatie in de zin van artikel 7:231 lid 2 BW is geen sprake. Dit betekent dat ADO niet gerechtigd was om zonder tussenkomst van de rechter tot buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst wegens een toerekenbare tekortkoming van huurderszijde over te gaan. De opzegging c.q. ontbinding door ADO heeft geen rechtsgevolg gekregen zodat de huurovereenkomst tussen partijen tot stand is gebleven. ADO heeft niet bepleit dat de voorzieningenrechter vooruit zou moeten lopen op de verwachte uitkomst van een dergelijke ontbindingsprocedure en dat zal de voorzieningenrechter dan ook niet doen. Dit leidt ertoe dat de verzochte voorziening onder de in de beslissing genoemde voorwaarden zal worden toegewezen. Daarbij zal de dwangsom worden gematigd en gemaximeerd.
in voorwaardelijke reconventie
4.6.
De voorwaarde waaronder de eis in reconventie is ingesteld is vervuld, zodat de voorzieningenrechter toekomt aan behandeling daarvan.
4.7.
[Bedrijfsnaam] heeft naar voren gebracht dat ADO onvoldoende spoedeisend belang heeft bij toewijzing van haar vordering. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het spoedeisend belang voldoende blijkt uit de aard van de vordering, zodat dit formele verweer niet op gaat. Daarmee staat ter beoordeling of voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de vordering van ADO zal toewijzen.
4.8.
Niet in geschil is dat in de overeenkomst en het daarop van toepassing verklaarde Huishoudelijk Reglement regels en gedragsnormen staan vermeld waaraan niet alleen de huurder zelf, [Bedrijfsnaam] , maar ook de vanwege haar in de skylounge aanwezige derden, zich hebben te houden. Het is aan [Bedrijfsnaam] erop toe te zien dat diegenen die met haar toestemming in de skylounge aanwezig zijn, zich correct gedragen. ADO heeft zich in de overeenkomst, tegenover [Bedrijfsnaam] , het recht voorbehouden sancties op te leggen als regels c.q. gedragsnormen niet correct worden nageleefd. Op grond van de overgelegde stukken is voldoende aannemelijk geworden dat er sprake is van overtreding van deze regels en gedragsnormen, nu de heer [bestuurder] meermaals fel, ongepast en intimiderend heeft gereageerd nadat er vanwege ADO was verzocht het gebruik van de skylounge te beëindigen op het daartoe afgesproken tijdstip na afloop van thuiswedstrijden van ADO. Het gedrag van de heer [bestuurder] is minst genomen als ordeverstorend en ontoelaatbaar aan te merken. In het bijzonder de beledigende en dreigende wijze van communiceren tegenover werknemers c.q. beveiligers van ADO springt daarbij in het oog. [Bedrijfsnaam] heeft op geen enkele wijze aannemelijk kunnen maken dat zij op haar beurt door ADO, dan wel door ingehuurd beveiligingspersoneel, niet correct bejegend is. Kennelijk is het voor de heer [bestuurder] moeilijk te accepteren dat op het afgesproken tijdstip (00.30 uur na een avondwedstrijd) de skylounge ontruimd moet worden en leidt dat bij hem tot boosheid en agressie, terwijl afspraken toch afspraken zijn. Het is voldoende aannemelijk geworden dat [Bedrijfsnaam] door ADO is aangesproken op het als ongewenst ervaren gedrag van de heer [bestuurder] jegens haar personeel en beveiligers, onder meer tijdens het gesprek dat naar aanleiding van het voorval op 4 februari 2023 is gevoerd en het daaropvolgende e-mailbericht van 10 februari 2023. Op grond van de door ADO overgelegde verklaringen van verschillende werknemers/betrokkenen is ook voldoende aannemelijk geworden dat het ongewenste gedrag daarna is voortgezet. Nu het als ongewenst ervaren gedrag bestaat uit het gedrag van de heer [bestuurder] in en rondom de skylounge, heeft ADO voldoende aannemelijk gemaakt dat zij belang heeft om van [Bedrijfsnaam] te verlangen dat zij de heer [bestuurder] de toegang tot de skylounge ontzegt. Hoewel het gedrag van de heer [bestuurder] , als bestuurder, vanzelfsprekend is toe te rekenen aan [Bedrijfsnaam] , acht de voorzieningenrechter verderstrekkende maatregelen disproportioneel. ADO heeft ter zitting verklaard dat het gaat om het onacceptabele gedrag van de heer [bestuurder] in het bijzonder en gesteld noch gebleken is dat anderen die vanwege [Bedrijfsnaam] doorgaans in de skylounge aanwezig zijn, zich misdragen. Daarbij moet bedacht worden dat [Bedrijfsnaam] als (hoofd)huurder van de skylounge kwalificeert, maar verschillende andere ondernemingen tegen betaling (aan [Bedrijfsnaam] ) mede gebruik maken van de skylounge. Het gaat te ver al die anderen de misdragingen van de heer [bestuurder] toe te rekenen omdat, zoals ADO ter zitting aanvoerde, zij de heer [bestuurder] van diens misdragingen niet of onvoldoende hebben afgehouden. Daarbij zullen zij zich er wel van bewust moeten zijn dat in de toekomst een andere, meer sportieve, opstelling dan die van de heer [bestuurder] noodzakelijk is tegenover de mensen van ADO.
4.9.
Gelet op het voorgaande acht de voorzieningenrechter het waarschijnlijk dat de vordering van ADO, voor zover die ertoe strekt [Bedrijfsnaam] te bevelen de heer [bestuurder] niet meer in de skylounge toe te laten, in een bodemprocedure zal worden toegewezen. Een dergelijke voorziening zal worden getroffen. De voorzieningenrechter kan een voorziening die ertoe strekt de heer [bestuurder] de toegang tot het stadion te ontzeggen alleen al niet treffen, omdat een dergelijke vordering gericht zal moeten zijn tegen de heer [bestuurder] zelf, en die is in dit kort geding geen partij. Bovendien heeft ADO medegedeeld dat de heer [bestuurder] welkom is om thuiswedstrijden in het stadion (mits niet in de skylounge) bij te wonen, mits hij zich houdt aan de daarvoor geldende regels, op de tribune. Die mededeling staat op gespannen voet met het in reconventie geformuleerde aan de heer [bestuurder] op te leggen stadionverbod.
in conventie en voorwaardelijke reconventie
Proceskosten
4.10.
Aangezien partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, zal de voorzieningenrechter bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
gebiedt ADO om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis [Bedrijfsnaam] in de gelegenheid te stellen haar rechten onder de tussen ADO en [Bedrijfsnaam] gesloten overeenkomst met kenmerk ‘ [overeenkomstnummer/-naam] ’ uit te oefenen, onder meer door [Bedrijfsnaam] toegang te verschaffen tot de skylounge op dagen dat ADO thuiswedstrijden speelt;
5.2.
veroordeelt ADO om aan [Bedrijfsnaam] een dwangsom te betalen van € 1.000,-- per dag voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,-- is bereikt;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in voorwaardelijke reconventie
5.5.
veroordeelt [Bedrijfsnaam] te bewerkstelligen dat de heer [bestuurder] de skylounge niet betreedt;
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in conventie en voorwaardelijke reconventie
5.8.
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2024.
liv