ECLI:NL:RBDHA:2024:4921
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Venezolaanse en Syrische nationaliteit op basis van algemene situatie in Venezuela en individuele omstandigheden
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van eisers, die Venezolaanse en Syrische nationaliteit hebben, tegen de afwijzing van hun asielaanvragen. De eisers dienden op 16 juni 2022 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, maar hun aanvragen werden op 15 augustus 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft de beroepen op 31 oktober 2023 behandeld, waarbij de eisers en hun gemachtigden aanwezig waren. De rechtbank heeft het onderzoek heropend na een arrest van het Europese Hof van Justitie op 9 november 2023, dat relevant was voor de beoordeling van de asielaanvragen.
De rechtbank concludeert dat de asielrelazen van eisers, die onder andere inbraken, bedreigingen en ontvoeringen in Venezuela beschrijven, niet voldoende zijn om aan te tonen dat zij een reëel risico lopen op ernstige schade bij terugkeer naar Venezuela. De rechtbank oordeelt dat de situatie in Venezuela zorgelijk is, maar niet zodanig dat het risico op ernstige schade voor de eisers specifiek en individueel is. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die hebben geoordeeld dat de algemene veiligheidssituatie in Venezuela niet leidt tot een 15c-situatie zoals bedoeld in de Kwalificatierichtlijn.
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvragen terecht heeft afgewezen. De rechtbank wijst erop dat de eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat hun individuele omstandigheden hen in een uitzonderlijke positie plaatsen ten opzichte van andere Venezolanen. De uitspraak is gedaan door rechter N.M. van Waterschoot en is openbaar gemaakt op 8 april 2024.