ECLI:NL:RBDHA:2024:4918
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verlaging van Ziektewet-uitkering wegens benadelingshandeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de verlaging van een Ziektewet (ZW) uitkering. Eiser, die een ZW-uitkering ontving, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv waarin een maatregel werd opgelegd die de uitkering met 50% verlaagde. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser een benadelingshandeling heeft gepleegd door een aanbod van zijn werkgever voor een verlenging van de arbeidsovereenkomst af te wijzen, terwijl hij al arbeidsongeschikt was. Eiser had zich op 19 maart 2022 ziek gemeld en onderging op 20 april 2022 een nieroperatie. Ondanks zijn ziekte bood de werkgever op 10 juni 2022 een contract voor 8 uur per week aan, wat eiser afwees. De rechtbank oordeelde dat eiser zich bewust was van zijn keuze om het aanbod af te slaan, en dat deze keuze de financiële verantwoordelijkheid voor zijn ziekte bij het Uwv heeft neergelegd, wat onterecht was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor vergoeding van proceskosten of griffierecht.