ECLI:NL:RBDHA:2024:4829

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 maart 2024
Publicatiedatum
5 april 2024
Zaaknummer
660367
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met wegloopgedrag en onduidelijkheid over benodigde hulp

Op 14 maart 2024 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren in 2007, die kampt met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De kinderrechter heeft een verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, toegewezen voor een machtiging tot gesloten jeugdhulp. De minderjarige vertoont veel wegloopgedrag en er is nog geen onderzoek gedaan naar de benodigde hulp. De kinderrechter heeft de machtiging voor een periode van drie maanden verleend, met de noodzaak dat er zo snel mogelijk een psycho-diagnostisch onderzoek plaatsvindt om de juiste hulp te kunnen bieden. De kinderrechter heeft de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden, zodat er duidelijkheid kan komen over de hulp die de minderjarige nodig heeft.

Tijdens de mondelinge behandeling waren de ouders van de minderjarige aanwezig, evenals zijn advocaat. De minderjarige zelf heeft aangegeven niet langer dan drie maanden in de gesloten accommodatie te willen verblijven. De moeder heeft haar zorgen geuit over de voortgang van de hulpverlening en de werkwijze van de instelling. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om te voorkomen dat de minderjarige zich onttrekt aan de jeugdhulp en om te zorgen voor een veilige omgeving waarin hij kan werken aan zijn ontwikkeling. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de minderjarige meewerkt aan het onderzoek en aanwezig is bij de afspraken.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/660367 / JE RK 24-143
Datum uitspraak: 14 maart 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van:
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, gevestigd te Den Haag,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over:
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats], [geboorteland],
hierna te noemen: [minderjarige],
advocaat: mr. R.P.A. Kint te Zoetermeer.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats],
[vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats].

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Bij beschikking van 13 februari 2024 van de kinderrechter in deze rechtbank is een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 22 februari 2024 tot 22 maart 2024. Het verzoek is voor het overige aangehouden.
1.2.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- voornoemde beschikking van 13 februari 2024 en de daarin vermelde stukken.
1.3.
Op 14 maart 2024 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
  • D. van Leeuwen namens de gecertificeerde instelling;
  • [minderjarige], bijgestaan door zijn advocaat;
- de vader;
- de moeder, bijgestaan door een tolk;
- de coach van [minderjarige].
1.4.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover – in aanwezigheid van zijn advocaat – een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.Het verzoek

2.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de resterende duur van vijf maanden.
2.2.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Sinds de plaatsing bij Schakenbosch lukt het [minderjarige] wisselend om zich aan de regels en afspraken te houden. Tot voor kort was er sprake van een prille positieve ontwikkeling waardoor [minderjarige] al veel vrijheden had. [minderjarige] verbleef doordeweeks bij de ouders van waaruit hij naar school ging. Echter is er de afgelopen maand een incident voorgevallen.[minderjarige] verblijft daarom op dit moment al twee weken bij Schakenbosch. Het is de bedoeling dat [minderjarige] na deze twee weken weer doordeweeks naar de ouders gaat en in het weekend bij Schakenbosch verblijft. De gecertificeerde instelling maakt zich echter grote zorgen over het wegloopgedrag van [minderjarige]. Zowel bij Schakenbosch als bij de ouders loopt hij veelvuldig weg, waarbij er geen zicht is waar en met wie hij verblijft. [minderjarige] brengt zichzelf hiermee in gevaar. Ook zijn er zorgen over zijn schoolgang en vertoont hij negatief gedrag door delictgedrag, zoals stelen, te vechten en verlaten gebouwen te betreden. [minderjarige] had de mogelijkheid om bij E25 stage te lopen, waar hij zou leren werken met elektra. Dit heeft tot nu toe geen doorgang kunnen vinden door de afwezigheid van [minderjarige]. Ook de coach van E25 lukt het niet. Ondanks dat [minderjarige] goede gesprekken met zijn jeugdbeschermer heeft, lukt het [minderjarige] op dit moment dus niet om positieve stappen te zetten. Verder is er nog geen persoonlijkheidsonderzoek of (trauma)behandeling gestart. De gecertificeerde instelling geeft aan dat het niet is gelukt om [minderjarige] aanwezig te laten zijn bij deze afspraken, hij is – ondanks de afspraak- steeds afwezig op het geplande tijdstip van het onderzoek.. Toch is het belangrijk dat de plaatsing bij Schakenbosch wordt voortgezet, omdat een thuisplaatsing op dit moment niet haalbaar is. De gecertificeerde instelling heeft aangegeven de komende vijf maanden te willen werken met het opbouwen van meer vrijheden. Het is belangrijk dat dit vanuit de gesloten setting gebeurt omdat er eerst een stevige basis moet zijn voordat er wordt ingezet op een thuisplaatsing van [minderjarige].

3.De standpunten

3.1.
Door en namens [minderjarige] is verweer gevoerd tegen het verzoek. [minderjarige] geeft aan dat hij niet nog vijf maanden bij Schakenbosch wil verblijven. Hij vindt zelf dat hij zich, los van het incident, goed heeft gedragen. Tevens vindt hij de stage, aangeboden door Schakenbosch, niet bij hem passen. De advocaat van [minderjarige] vraagt zich af of Schakenbosch wel de juiste plek voor [minderjarige] is. Hij krijgt meer vrijheden maar tegelijkertijd gaat het niet goed met [minderjarige] en is er nog steeds geen persoonlijkheidsonderzoek afgenomen. De advocaat wil meer duidelijkheid over wanneer dit onderzoek plaats zou kunnen vinden.. Daarom verzoekt de advocaat om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor uiterlijk drie maanden, zodat er op kortere termijn duidelijkheid komt, na afname van het onderzoek,over welke hulp het best passend is.
3.2.
De moeder heeft verweer gevoerd tegen het verzoek. Zij brengt ter zitting naar voren dat het niet goed gaat met [minderjarige] op Schakenbosch. Volgens de moeder is [minderjarige] daar geplaatst omdat de moeder hem niet op het rechte pad kon krijgen. Zij heeft in eerste instantie zelf ingestemd met het verblijf bij Schakenbosch, maar ziet op dit moment geen vooruitgang. De moeder wil dat [minderjarige] weer vanuit huis naar school gaat. Daarnaast is zij niet tevreden over de werkwijze van Schakenbosch wanneer [minderjarige] vermist is. Volgens de moeder zou de instelling de verantwoordelijkheid moeten nemen om [minderjarige] te zoeken, in plaats van dat deze verantwoordelijkheid bij de ouders ligt die hem dan na een melding zelf moeten gaan zoeken..

4.De beoordeling

4.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
4.2.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, maarwel voor de periode van drie maanden. Daartoe overweegt de kinderrechter het volgende. Er zijn nog veel zorgen over [minderjarige]. Hij loopt veelvuldig weg.Hij is zelfs niet aanwezig bij belangrijke afspraken, zoals een psycho-diagnostisch onderzoek teneinde goede hulpverlening voor hem in te kunnen zetten.. Hierdoor is het moeilijk om grip te krijgen op [minderjarige]. Door het vele weglopen lukt het [minderjarige] ook niet om voldoende naar school te gaan of een stage te volgen. Het oefenen met meer vrijheden, door doordeweeks vanaf de ouders naar school te gaan, is door het wegloopgedrag ook niet succesvol gebleken.Omdat er nog geen onderzoek heeft plaatsgevonden is het niet duidelijk welke hulp [minderjarige] nu daadwerkelijk nodig heeft. De kinderrechter vindt het belangrijk dat het door de gedragswetenschapper in de instemmingsverklaring noodzakelijk bevonden psycho-diagnostisch onderzoek wordt afgenomen zodat duidelijk is waaraan gewerkt moet worden. Zonder een dergelijk onderzoek zal het lastig zijn om [minderjarige] te behandelen en te begeleiden en levert de gesloten plaatsing te weinig positief resultaat op om verdere voortzetting er van te rechtvaardigen. Ook moet er gestart worden met (trauma)behandeling, omdat dit een positieve invloed zal hebben op de ontwikkeling van [minderjarige].
4.3.
De kinderrechter wijst het verzoek voor drie maanden toe en houdt het verzoek aan voor het overige, om te zorgen dat er zo snel mogelijk hetonderzoek afgenomen wordt en er gestart kan worden met passende behandeling. [minderjarige] zit al een tijd op Schakenbosch en de kinderrechter vindt het zorgelijk dat het onderzoek nog steeds niet heeft plaatsgevonden. Er zijn genoeg mensen die [minderjarige] willen helpen. Hij zal echter zelf ook mee moeten werken aan het onderzoek en in ieder geval fysiek aanwezig moeten zijn op de data van het geplande onderzoek. De geslotenheid dient dit te waarborgen Binnen drie maanden zal duidelijk moeten worden welke hulp [minderjarige] nodig heeft en of een machtiging gesloten jeugdhulp daarna nog nodig is.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 22 maart 2024 tot 22 juni 2024;
5.2.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot een nader te bepalen zitting,
gelegen voor 22 juni 2024;
5.3.
gelast de gecertificeerde instelling
uiterlijk twee wekenvoorafgaand aan de voornoemde zitting
een schriftelijke update (en een nieuwe instemmingsverklaring)aan de rechtbank en de belanghebbenden te zenden;
5.4.
gelast de griffier tegen voormelde zittingsdatum op te roepen:
- Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden;
- de moeder;
- de vader;
- [minderjarige];
- de advocaat van [minderjarige]: mr. R.P.A. Kint, gevestigd te Zoetermeer.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2024 door mr. J.C. van den Dries, kinderrechter, in aanwezigheid van N.M.E. Henke als griffier, en op schrift gesteld op18 maart 2024..
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Voor zover in deze beschikking eindbeslissingen staan, kan hoger beroep tegen deze beschikking worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.