Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat, en
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat.
2.Waar gaat het over?
[geboortedatum]in
[woonplaats], en
[geboortedatum]in
[woonplaats],
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de moeder de rechtbank verzocht om de door de vader te betalen kinderalimentatie opnieuw vast te stellen. De vader betwistte dat hij in staat was om een hogere bijdrage te betalen, omdat hij geen draagkracht zou hebben. De rechtbank overweegt dat bij het bepalen van de draagkracht niet alleen het huidige inkomen van de vader van belang is, maar ook het inkomen dat hij in de toekomst redelijkerwijs kan verwerven. De rechtbank constateert dat de vader relatief jong is en dat er momenteel een groot tekort aan personeel is in diverse sectoren. De rechtbank concludeert dat de vader een verdiencapaciteit van ten minste € 35.000,- per jaar kan worden toegerekend, ondanks zijn huidige beperkte inkomen als zelfstandige. De rechtbank wijst erop dat de vader zijn financiële situatie niet kan afwentelen op de kinderen en dat hij zich moet inspannen om in zijn onderhoudsverplichting te voorzien. De rechtbank beslist dat de vader vanaf 1 juli 2024 een kinderalimentatie van € 201,- per maand aan de moeder moet betalen, na een zorgkorting van 5% van de behoefte. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de alimentatie ook moet worden betaald als er hoger beroep wordt ingesteld. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen.