ECLI:NL:RBDHA:2024:4808

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 april 2024
Publicatiedatum
5 april 2024
Zaaknummer
NL24.14676
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing voorlopige voorziening voor derdelander uit Oekraïne in verband met tijdelijke bescherming

Op 4 april 2024 heeft een derdelander uit Oekraïne een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was noodzakelijk omdat de verzoeker per 4 april 2024 de opvang moest verlaten. Het verzoek is gerelateerd aan een eerder beroep dat geregistreerd is onder nummer NL24.10961. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, veroordeeld in de proceskosten die de verzoeker redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn begroot op € 875,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 januari 2024, maar constateerde dat verweerder geen nader verweer heeft gevoerd. De rechter heeft de voorziening toegewezen met verwijzing naar een uitspraak van de Raad van State van 2 april 2024, die richtinggevend is voor alle derdelanders uit Oekraïne die in aanmerking komen voor tijdelijke bescherming volgens de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de verzoeker voorzieningen en rechten moeten worden verleend als ware hij begunstigde onder deze richtlijn, totdat er een beslissing is genomen op het door hem ingestelde beroep.

De uitspraak is gedaan door mr. C.T.C. Wijsman, in aanwezigheid van mr. M.C.M. van Dommele, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.14676

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: 2915813465
(gemachtigde: mr. I. Petkovski),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. F.S. Schoot).

Procesverloop

Verzoeker heeft op 4 april 2024 verzocht om een voorlopige voorziening omdat hij als derdelander uit Oekraïne de opvang per 4 april 2024 moet verlaten.
Dit verzoek houdt verband met zijn beroep dat is geregistreerd onder nummer NL24.10961.

Overwegingen

Verweerder heeft in reactie op het verzoek vastgehouden aan de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 januari 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:32), maar geen nader verweer gevoerd.
De voorzieningenrechter wijst de voorziening toe onder verwijzing naar de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 april 2024 (ECLI:RVS:2024:1366), die richtinggevend is voor alle derdelanders uit Oekraïne die in aanmerking zijn gebracht voor tijdelijke bescherming als bedoeld in de Richtlijn Tijdelijke bescherming en dus ook voor verzoeker.
3. Omdat het verzoek wordt toegewezen ziet de voorzieningenrechter verder aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten die verzoeker redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten worden overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht begroot op € 875,- (1 punt voor het verzoekschrift, met een waarde per punt van € 875,- en wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst de voorlopige voorziening toe;
  • bepaalt dat verzoeker voorzieningen en rechten moeten worden verleend als ware hij begunstigde onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, totdat op het door hem ingestelde beroep is beslist;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten, begroot op € 875,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.T.C. Wijsman, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.C.M. van Dommele, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.