ECLI:NL:RBDHA:2024:4712
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing asielaanvraag en herbeoordeling Armenië als veilig land van herkomst
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. I.M. Hidding, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij haar asielaanvraag werd afgewezen. De rechtbank heeft op 4 januari 2024 de zaak behandeld, waarbij de staatssecretaris niet in staat bleek de gebreken die in een eerdere tussenuitspraak waren vastgesteld, te herstellen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet had aangetoond dat aan de vereisten voor de aanwijzing en herbeoordeling van Armenië als veilig land van herkomst was voldaan, zoals bedoeld in artikel 3.105ba, tweede lid, van het Vb 2000. De rechtbank verklaarde de aanwijzing en herbeoordeling van Armenië als veilig land van herkomst onverbindend en oordeelde dat de motivering van het bestreden besluit niet deugdelijk was. Tevens werd vastgesteld dat gendergerelateerd huiselijk geweld niet als apart element in de geloofwaardigheidsbeoordeling was onderscheiden, wat in strijd was met de doelstellingen van het Verdrag van Istanbul. De rechtbank vernietigde het gehele bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.