ECLI:NL:RBDHA:2024:4611
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser wegens ongeloofwaardige bedreigingen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, geboren in 1980, diende op 21 januari 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 3 januari 2024 werd afgewezen. De rechtbank behandelde de zaak op 31 januari 2024, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht ongegrond heeft verklaard. Eiser had aangevoerd dat hij bedreigd werd door de familie van een slachtoffer van een zuurincident waarbij hij betrokken was, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris deze bedreigingen ongeloofwaardig heeft geacht. Eiser was vrijgesproken van betrokkenheid bij het incident, en de rechtbank vindt het niet aannemelijk dat de familie van het slachtoffer hem nog zou bedreigen.
Daarnaast heeft eiser ook verklaard dat hij bedreigd werd door vrienden van de dader en leden van de Black Axe, maar de rechtbank oordeelt dat deze verklaringen eveneens niet voldoende onderbouwd zijn. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat zijn broer door de Black Axe is gedood, en de rechtbank vindt dat de staatssecretaris niet verplicht was om contact op te nemen met de advocaat van eiser in Nigeria. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.