ECLI:NL:RBDHA:2024:4605

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
3 april 2024
Zaaknummer
24-006836
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onttrekking aan het verkeer van geneesmiddelen besteld op internet en de toepassing van de Geneesmiddelenwet

Op 2 april 2024 heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de onttrekking aan het verkeer van geneesmiddelen, specifiek vardenafil, die door de belanghebbende waren besteld via een internetwebsite. De zaak kwam aan het licht toen op 23 oktober 2023 een pakket, afkomstig uit India en geadresseerd aan de belanghebbende, werd gecontroleerd door de Douane Nederland. Het pakket bevatte 40 tabletten vardenafil, die op 31 oktober 2023 in beslag zijn genomen. De officier van justitie diende op 16 maart 2024 een vordering in om de tabletten onttrokken te verklaren aan het verkeer, omdat het invoeren van deze geneesmiddelen zonder vergunning in strijd is met artikel 18 van de Geneesmiddelenwet.

Tijdens de behandeling van de vordering op 19 maart 2024 in raadkamer, werd de belanghebbende gehoord, evenals de officier van justitie, mr. S.N. Mentrop-Huliselan. De belanghebbende voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de illegale status van de tabletten en dat hij deze had besteld via een Belgische website, in de veronderstelling dat ze uit de EU kwamen. Hij vroeg om een geldelijke tegemoetkoming, omdat hij zich onevenredig zwaar getroffen voelde door de onttrekking.

De rechtbank oordeelde dat de tabletten inderdaad onder de Geneesmiddelenwet vallen en dat de belanghebbende geen vergunning had om deze in te voeren. De rechtbank concludeerde dat de uitzondering voor eigen gebruik niet van toepassing was, omdat de tabletten per post waren verzonden. De rechtbank wees de vordering van de officier van justitie toe en verklaarde de tabletten onttrokken aan het verkeer, terwijl het verzoek om een geldelijke tegemoetkoming werd afgewezen. De rechtbank benadrukte dat de belanghebbende meer zorgvuldigheid had moeten betrachten bij het bestellen van geneesmiddelen online, vooral gezien het feit dat deze alleen op doktersrecept verkrijgbaar zijn.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Raadkamernummer: 24-006836
Beslissing van de rechtbank Den Haag, enkelvoudige raadkamer in economische strafzaken, op de vordering ex artikel 552f Wetboek van Strafvordering (Sv) van de officier van justitie bij deze rechtbank, in de zaak tegen:

[belanghebbende] ,

geboren op [geboortedatum] 1950 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] , [postcode] [woonplaats]
(hierna: de belanghebbende).

Inleiding

Op 23 oktober 2023 is door een opsporingsambtenaar werkzaam bij Douane Nederland bij een sorteercentrum van PostNL in Den Haag een pakket afkomstig uit India gecontroleerd, dat was geadresseerd aan de belanghebbende. Het pakket bevatte vier doordrukstrips met elk 10 tabletten. Deze in totaal 40 tabletten bevatten volgens het opschrift elk 20 mg vardenafil. Op 31 oktober 2023 zijn de tabletten door de Douane in beslag genomen.
De vordering van de officier van justitie is ingekomen op de griffie op 16 maart 2024. De vordering strekt ertoe dat de in beslag genomen tabletten worden onttrokken aan het verkeer.

De procedure in raadkamer

De rechtbank heeft deze vordering op 19 maart 2024 in openbare raadkamer behandeld, gelijktijdig met een door de belanghebbende ingediend klaagschrift ex artikel 552a Sv (raadkamernummer 23-026883). De belanghebbende is gehoord. Tevens is de officier van justitie mr. S.N. Mentrop-Huliselan gehoord.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van Douane Nederland, met nummer [nummer] .

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de onttrekking aan het verkeer van de tabletten te bevelen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de tabletten kunnen worden aangemerkt als een geneesmiddel en dat het verboden om deze in te voeren zonder vergunning op grond van artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet (hierna: Gnw). Voorkomen moet worden dat geneesmiddelen op de markt komen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid of waarvan de werking niet is vast komen te staan. De website waarop de belanghebbende de tabletten heeft besteld staat hier niet op. Het ongecontroleerde bezit van dergelijke geneesmiddelen is in strijd met de wet en het algemeen belang. De officier van justitie heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat aan de belanghebbende geen geldelijke tegemoetkoming moet worden toegekend, omdat hij niet onevenredig wordt getroffen.
Het standpunt van de belanghebbende
De belanghebbende heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden afgewezen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het hem niet bekend was dat het invoeren van de tabletten niet was toegestaan. Hij heeft de tabletten gekocht via een Belgische website die hij had gevonden via Google. Hij vertrouwde erop dat de tabletten dus uit de Europese Unie afkomstig waren. De belanghebbende gebruikt vardenafil op doktersrecept. Omdat het niet wordt vergoed door zijn zorgverzekering, heeft hij online goedkopere tabletten besteld. Indien de tabletten worden onttrokken aan het verkeer wordt de belanghebbende onevenredig zwaar getroffen. De belanghebbende heeft de rechtbank daarom verzocht om hem in dat geval een geldelijke tegemoetkoming toe te kennen.

Het oordeel van de rechtbank

Op grond van het dossier en het verhandelde in raadkamer stelt de rechtbank vast dat de in beslag genomen tabletten aan de belanghebbende toebehoren, dat het geneesmiddelen zijn als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Gnw, en dat aan de belanghebbende geen vergunning is afgegeven om geneesmiddelen in te voeren. Dit heeft tussen partijen ook niet ter discussie gestaan.
De tabletten waren afkomstig uit India, zodat sprake is van het invoeren van geneesmiddelen. [1] Ingevolge artikel 18, eerste lid, van de Gnw is het verboden om zonder daartoe strekkende vergunning geneesmiddelen in te voeren. Ingevolge artikel 18, zesde lid, aanhef en onder a, van de Gnw is het eerste lid niet van toepassing op het invoeren van geneesmiddelen die kennelijk zijn bestemd voor eigen gebruik door de persoon die de desbetreffende geneesmiddelen vervoert. Naar het oordeel van de rechtbank kan de belanghebbende zich niet met succes beroepen op deze uitzondering, omdat de belanghebbende de tabletten per post heeft laten verzenden, zodat hij niet degene was die de tabletten heeft vervoerd.
Dat betekent dat de tabletten voorwerpen zijn met betrekking tot welke een strafbaar feit is begaan. [2] Voor onttrekking aan het verkeer is ingevolge artikel 36c van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) verder vereist dat het ongecontroleerde bezit van de tabletten in strijd is met de wet of het algemeen belang. De rechtbank overweegt daarover als volgt. Geneesmiddelen kunnen door hun (bij)werkingen schadelijk zijn voor de (volks)gezondheid. De overheid bewaakt daarom streng de toelating, kwaliteit en werkzaamheid van geneesmiddelen door het vergunningenstelsel in de Gnw. Geneesmiddelen die zijn ingevoerd zonder vergunning, onttrekken zich aan het toezicht daarop. Dat geldt ook voor de in beslag genomen tabletten. Vardenafil is in Nederland weliswaar verkrijgbaar op doktersrecept, [3] maar de in beslag genomen tabletten niet zijn goedgekeurd door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Het ongecontroleerde bezit van 40 van dergelijke tabletten is naar het oordeel van de rechtbank in strijd met het algemeen belang.
Het voorgaande betekent dat de vordering van de officier van justitie zal worden toegewezen.
Op grond van artikel 33c, tweede lid, in combinatie met artikel 36b, tweede lid, Sr kan de rechter een geldelijke tegemoetkoming toekennen indien dat nodig is om te voorkomen dat degene aan wie het onttrokken voorwerp toebehoort door die onttrekking onevenredig zou worden getroffen. Of de eigenaar van een voorwerp door de onttrekking aan het verkeer van zijn eigendom onevenredig wordt getroffen moet worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval. Daarbij kan onder andere worden betrokken hoe de eigenaar van het voorwerp zich in relatie tot dat voorwerp heeft gedragen en wat de waarde van het onttrokken voorwerp is.
Naar het oordeel van de rechtbank wordt de belanghebbende niet onevenredig getroffen door de onttrekking aan het verkeer van de tabletten. In raadkamer heeft de belanghebbende verklaard dat hij op ‘vardenafil’ heeft gezocht op Google en erop heeft vertrouwd dat de webshop waar hij vervolgens uitkwam de tabletten verstuurde vanuit België. Verder onderzoek heeft hij niet gedaan. Er had echter meer zorgvuldigheid van de belanghebbende mogen worden verwacht, in het bijzonder in aanmerking genomen dat het hier gaat om geneesmiddelen die slechts op doktersrecept verkrijgbaar zijn, wat de belanghebbende ook bekend was. De belanghebbende had bijvoorbeeld op de website van het CIBG, www.aanbiedersmedicijnen.nl, op eenvoudige wijze kunnen zien of de webshop waar hij bestelde zich aan de regels houdt.

Beslissing

De rechtbank:
  • wijst de vordering van de officier van justitie toe en verklaart onttrokken aan het verkeer 40 tabletten vardenafil;
  • wijst af het verzoek tot toekenning van een geldelijke tegemoetkoming.
Aldus gedaan te Den Haag door mr. B.W. Mulder, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Ringeling, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 2 april 2024.

Voetnoten

1.Ingevolge artikel 1, eerste lid, onder cc, dd en hh, van de Gnw moet onder invoeren worden verstaan het binnen het grondgebied van Nederland brengen van geneesmiddelen vanuit een staat die geen lid is van de Europese Unie of partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
2.Ingevolge artikel 1, onder 1°, van de Wet op de economische delicten is overtreding van artikel 18, eerste lid, van de Gnw een economisch delict.
3.https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/preparaatteksten/v/vardenafil