ECLI:NL:RBDHA:2024:4550
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf op basis van gezinsleven en afhankelijkheidsrelatie
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het verblijfsdoel 'familie en gezin'. Eiseres, de moeder van referente, heeft de Syrische nationaliteit en woont onder erbarmelijke omstandigheden in Idlib, Syrië. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen, stellende dat er geen sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en referente, die in Nederland verblijft. De rechtbank heeft het beroep op 10 januari 2024 behandeld en komt tot de conclusie dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd dat er geen sprake is van een dergelijke afhankelijkheidsrelatie. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de medische klachten van eiseres onvoldoende heeft onderbouwd en dat de algemene veiligheidssituatie in Syrië niet in de beoordeling is betrokken. Hierdoor is de beroepsgrond van eiseres gegrond verklaard, en het bestreden besluit van de staatssecretaris is vernietigd. De staatssecretaris moet binnen acht weken een nieuw besluit nemen, rekening houdend met de uitspraak van de rechtbank. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiseres.