ECLI:NL:RBDHA:2024:4531

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 maart 2024
Publicatiedatum
2 april 2024
Zaaknummer
C/09/662574 / JE RK 24-409
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 maart 2024 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2008. De kinderrechter heeft de aanvraag van de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, de gecertificeerde instelling, beoordeeld. De minderjarige verblijft momenteel in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp en heeft eerder te maken gehad met gedragsproblemen, waaronder een norm overschrijdende gedragsstoornis en drugsgebruik. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige nog niet in staat is om aan de eisen voor een open groep te voldoen en dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om verdere ontwikkeling te waarborgen. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van vier maanden, met de mogelijkheid tot verlenging, en heeft de gecertificeerde instelling verzocht om een update over de voortgang van de minderjarige. De kinderrechter benadrukt het belang van stabiliteit en het voorkomen van onveilige situaties voor de minderjarige. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaknummer: C/09/662574 / JE RK 24-409
Datum uitspraak: 12 maart 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over:
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2008 in [geboorteplaats] , [geboorteland] ,
hierna te noemen [minderjarige] ,
advocaat mr. A. Ramsoedh te Delft.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 6 maart 2024;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 8 maart 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 17 maart 2024. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige] met zijn advocaat;
- [naam] namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige] voorafgaand aan de mondelinge behandeling in het bijzijn van zijn advocaat gehoord. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 6 november 2020 is het ouderlijk gezag van de moeder van [minderjarige] , [moeder] , beëindigd en is Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden benoemd tot voogdes over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] verblijft in accommodatie voor gesloten jeugdhulp, te weten bij [accomodatie] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 19 december 2023 een machtiging verleend [minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 22 maart 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
3.2.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Momenteel werkt [minderjarige] aan het doel om de grenzen van anderen te accepteren en te respecteren. [minderjarige] lijkt de begrenzing op [accomodatie] min of meer te accepteren. Bij [minderjarige] is een norm overschrijdende gedragsstoornis vastgesteld en daardoor kan hij zichzelf en anderen schade toebrengen en in gevaar brengen. [minderjarige] is daarnaast beïnvloedbaar en kan snel meegaan met het negatieve gedrag van andere jongeren. Daarnaast is er sprake van drugsgebruik, maar lijkt [minderjarige] het lastig te vinden om hier open over te zijn. Een gesloten plaatsing blijft nodig omdat de problematiek onvoldoende is afgenomen en [minderjarige] nog niet kan voldoen aan de eisen voor een open groep of een doorplaatsing naar een vervolgplek. [minderjarige] verblijft sinds 2021 op diverse open en gesloten groepen en sinds 13 juni 2023 verblijft hij in [accomodatie] nadat hij zijn voorwaarden voor de voorwaardelijke machtiging had overtreden. Gezien wordt dat [minderjarige] het gedurende een gesloten plaatsing goed doet. Hij kan zich door het duidelijke en neutrale pedagogische klimaat hanteren en er is steeds herstel mogelijk waardoor hij kans krijgt om zich verder te ontwikkelen. Het is nodig dat [minderjarige] eerst nog vaardigheden ontwikkelt om een vervolgplek aan te kunnen. Hij is aangemeld voor een vervolgplek bij de Studio’s van Horizon, maar hij kan hier pas geplaatst worden als hij een dagbesteding heeft en een half jaar vrij is van verbale en fysieke agressie-incidenten. Het vroegtijdig beëindigen van de gesloten plaatsing zou leiden tot onveiligheid en een terugval in zijn ontwikkeling, waarmee het perspectief op een open plaatsing in het geding komt. [accomodatie] adviseert, gezien er sprake is van enige vorm van stabilisatie, om [minderjarige] niet van groep te laten wisselen maar het klimaat op de huidige gesloten groep zo open mogelijk te maken. Ter zitting heeft de gecertificeerde instelling toegelicht dat zij wel met een genuanceerde blik gaan kijken naar de agressie-incidenten en het aandeel van [minderjarige] daarin, omdat het op een plek als [accomodatie] vrijwel onmogelijk is om niet betrokken te zijn bij incidenten. Daarnaast zal er een extra coach ingezet worden en worden de huidige coachingsuren verdubbeld. Vanuit E25, die ook de coaching verzorgd, wordt InWork ingezet. Zij bieden dagbesteding waarbij jongeren bijvoorbeeld leren schilderen of telefoons repareren. Hier kunnen vaardigheden worden opgedaan om door te stromen naar werk. Volgens de gecertificeerde instelling heeft [minderjarige] een termijn van zes maanden zeker nodig om zich te ontwikkelen en de overstap te kunnen maken naar de Studio’s. Daarbij neemt zij in overweging dat [accomodatie] het beleid heeft dat de gesloten plaatsing zo open als mogelijk moet zijn.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [minderjarige] is het volgende ter zitting naar voren gebracht. Het gaat de afgelopen tijd weer beter met hem. Hij heeft nu een perspectief en doel voor ogen met de vervolgplek bij de Studio’s en hij zou daar graag heen willen. Het lukt hem daardoor ook makkelijker om zich aan afspraken te houden. Het is voor hem duidelijk aan welke voorwaarden hij moet voldoen om daar te kunnen gaan wonen en hij beseft dat hij het zelf in de hand heeft. De afgelopen zes weken hebben er ook geen agressie-incidenten plaatsgevonden. Namens [minderjarige] wordt daarom verzocht, in overeenstemming met de instemmingsverklaring van de onafhankelijke gedragswetenschapper, om de gesloten machtiging te bekorten tot vier maanden.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)). Omdat de voogdij over [minderjarige] bij de gecertificeerde instelling berust, is een ondertoezichtstelling van [minderjarige] niet vereist (artikel 6.1.2, derde lid, onder b, Jeugdwet).
5.2.
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. Het is goed dat er nu een concreet perspectief voor [minderjarige] is, te weten de Studio’s van Horizon. Duidelijk is dat het hebben van een perspectief een positief effect op [minderjarige] heeft. Ter zitting heeft hij ook aangegeven dat hij erg gemotiveerd is voor dit traject. Om tot deze plaatsing bij de Studio’s van Horizon te komen zijn er nog wel een aantal stappen te zetten. [minderjarige] lijkt zich daar ook goed van bewust en is ervan overtuigd dat hij kan gaan voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld door de Studio’s van Horizon. Naar het oordeel van de kinderrechter moet [minderjarige] de kans en het vertrouwen krijgen om te laten zien dat hij zich aan afspraken kan houden en niet betrokken raakt bij agressie-incidenten. De kinderrechter gaat er vanuit dat de dagbesteding bij E25 nu spoedig gerealiseerd wordt. Het is van groot belang – zoals ook naar voren gekomen in de expertisetafel- dat [minderjarige] stabiliteit gaat ervaren en kan leunen op een stevige basis. Voorkomen moet worden dat de overplaatsing naar de Studio’s te snel gaat en [minderjarige] opnieuw een faalervaring opdoet. Dit zal zeer demotiverend voor hem werken. De veilige en duidelijke kaders van geslotenheid zijn daarom nog noodzakelijk en geschikt om ervoor te zorgen dat [minderjarige] zich niet onttrekt aan de hulpverlening en hij zich verder positief kan ontwikkelen om zo toe te werken naar zijn vervolgplek. De kinderrechter benadrukt dat een gesloten plaatsing een verstrekkende maatregel is die niet langer moet duren dan noodzakelijk. Het is dan ook belangrijk dat steeds overwogen blijft worden, onder meer met het zicht op de vervolgplek en de daarbij horende zelfstandigheid, welke vrijheden binnen de gesloten setting al mogelijk zijn. Het is van groot belang dat [minderjarige] gemotiveerd blijft en de kinderrechter is ervan overtuigd dat als [minderjarige] zich volledig inzet hij binnen vier maanden al grote stappen kan zetten. Zij zal daarom de machtiging, zoals ook geadviseerd door de gedragswetenschapper, verlenen voor de duur van vier maanden en aanhouden voor het overige. Over vier maanden kan dan opnieuw worden bekeken hoe het met [minderjarige] gaat en of een plaatsing bij de Studio’s van Horizon al mogelijk is. De kinderrechter wil [minderjarige] wel meegeven dat het zou kunnen dat er over vier maanden alsnog iets meer tijd nodig is. Dit zal afhankelijk zijn van meerdere factoren, waaronder of er plek is. Daarnaast is voor plaatsing bij de Studio’s naar verwachting ook een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk. Dit laat onverlet dat het naar het oordeel van de kinderrechter belangrijk is, gelet op het behouden van de motivatie van [minderjarige] en de impact van een gesloten maatregel, dat er over vier maanden opnieuw een toetsmoment plaatsvindt.
5.3.
De kinderrechter verzoekt aan de gecertificeerde instelling om uiterlijk twee weken voor de nader te bepalen zitting een schriftelijke update aan de rechtbank en de belanghebbenden toe te sturen over de laatste stand van zaken en daarin aan te geven of het verzoek wordt gehandhaafd. Indien het verzoek wordt gehandhaafd dient de gecertificeerde instelling een nieuwe instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper voorafgaand aan de zitting aan de rechtbank en de belanghebbenden toe te sturen.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 22 maart 2024 tot 22 juli 2024;
6.2.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot een nader te bepalen zitting,
gelegen vóór 22 juli 2024, tegen welke zitting de gecertificeerde instelling en [minderjarige] en zijn advocaat dienen te worden opgeroepen.
6.3.
verzoekt de gecertificeerde instelling om uiterlijk twee weken voor die zitting de rechtbank en de belanghebbenden schriftelijk te informeren over de laatste stand van zaken en of het verzoek voor het overige wordt gehandhaafd;
6.4.
verzoekt de gecertificeerde instelling, indien het aangehouden deel van het verzoek wordt gehandhaafd, een nieuwe instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 6.1.2, vijfde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht, toe te zenden.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2024 door mr. O.F. Bouwman, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.L.G. van Otterlo als griffier, en op schrift gesteld op 27 maart 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.