ECLI:NL:RBDHA:2024:4502

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 maart 2024
Publicatiedatum
29 maart 2024
Zaaknummer
NL23.38806
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regelgeving

Op 29 maart 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL23.38806. De voorzieningenrechter, mr. N.M. van Waterschoot, heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door een verzoeker van Tunesische nationaliteit, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. D. de Vries. De zaak betreft een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling is genomen. De reden hiervoor was dat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker.

De verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de uitspraak is opgemerkt dat er eerder op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.38805) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was de voorlopige voorziening niet meer nodig, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek.

De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.38806

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

geboren op [geboortedatum],
van Tunesische nationaliteit,
v-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. D. de Vries),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 5 december 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Bij uitspraak van vandaag (zaaknummer NL23.38805), heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. K.E. Mulder, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.