Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker] , verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 25 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, een Oekraïense burger, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd meegedeeld dat zijn tijdelijke bescherming zou eindigen na 4 maart 2024. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij zijn tijdelijke bescherming en de bijbehorende voorzieningen kan behouden tijdens de behandeling van zijn beroep.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van onverwijlde spoed, omdat het eindigen van de tijdelijke bescherming betekent dat de verzoeker na 4 maart 2024 geen aanspraak meer kan maken op de rechten die verbonden zijn aan zijn status. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en het bestreden besluit geschorst totdat er uitspraak is gedaan op het beroep. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 875.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is openbaar gemaakt en valt onder de richtlijnen van de Europese Unie betreffende tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden.