Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
hun zussen, omdat uit het dossier niet blijkt in hoeverre [kind 1] en [kind 2] iets hebben meegekregen van het geweld door de verdachte en medeverdachte jegens [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
woordenvan gelijke aard en/of strekking,
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
- een meldplicht;
- ambulante behandeling;
- meewerken aan schuldhulpverlening;
- meewerken aan afspraken met jeugdzorg, jeugdbescherming en/of de gezinsvoogd;
- een contactverbod met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [kind 1] en [kind 2] zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt, met als uitzondering dat ten behoeve van contactherstel contact mogelijk is, wanneer dit vooraf is besproken en afgestemd met de betrokken instanties.
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
132 (HONDERDTWEËENDERTIG) DAGEN;
90 (NEGENTIG) DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegdonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
drie jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
-
[slachtoffer 1], geboren op 8 maart 2009;
[slachtoffer 2], geboren op 2 november 2010;
[kind 1], geboren op 14 februari 2018;
[kind 2], geboren op 25 januari 2019;
zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt, met als uitzondering dat ten behoeve van contactherstel contact kan plaatsvinden, indien jeugdzorg en de reclassering hiervoor vooraf toestemming geven. Dit contactverbod geldt zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt;
taakstrafvoor de tijd van
200 (TWEEHONDERD) UREN;
100 (HONDERD) DAGEN;