ECLI:NL:RBDHA:2024:4407

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 maart 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
24/2052
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening woningsluiting op grond van de Opiumwet

Op 19 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer SGR 24/2052. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van een besluit van de burgemeester van Gouda om de woning van verzoeker te sluiten op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De sluiting is opgelegd voor de duur van zes maanden, met als gevolg dat verzoeker naar eigen zeggen dakloos is geraakt. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit en verzocht om een ordemaatregel om de woning te openen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een ordemaatregel afgewezen. In de beoordeling is overwogen dat verzoeker geen vaste tijdelijke verblijfplaats heeft en momenteel her en der verblijft. De voorzieningenrechter concludeert dat er op dit moment geen noodsituatie is die rechtvaardigt dat de woning direct geopend moet worden. De stelling van verzoeker dat hij geen vervangende verblijfplaats kan vinden, is niet voldoende onderbouwd en biedt geen aanleiding voor het treffen van een ordemaatregel.

De voorzieningenrechter heeft aangegeven dat de rechtbank partijen zo snel mogelijk zal informeren over de verdere behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening. De beslissing is openbaar uitgesproken op 19 maart 2024 en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 24/2052

beslissing van de voorzieningenrechter van 19 maart 2024 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. T. Altindag),
en

de burgemeester van Gouda, verweerder.

Inleiding

1. Bij besluit van 27 februari 2024 heeft verweerder de woning aan [adres] te [plaats] (de woning) voor de duur van zes maanden gesloten.
2. Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Daarnaast heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen en bij wijze van ordemaatregel de woning te openen.
3. Op het verzoek om een ordemaatregel doet de voorzieningenrechter nu uitspraak. Omdat onverwijlde spoed dat vereist, is een zitting achterwege gebleven.
4. Verweerder heeft telefonisch meegedeeld niet bereid te zijn de woning te openen totdat de voorzieningenrechter uitspraak zal hebben gedaan.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

5. Verweerder heeft de woning van verzoeker op 11 maart 2024 op grond van artikel 13b van de Opiumwet gesloten voor de duur van zes maanden. Verzoeker heeft verzocht om een ordemaatregel omdat hij naar eigen zeggen door de sluiting dakloos is geraakt.
6. De voorzieningenrechter ziet op dit moment geen aanleiding voor het treffen van een ordemaatregel. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij geen vaste tijdelijke verblijfplaats heeft en momenteel her en der verblijft. Hieruit leidt de voorzieningenrechter niet af dat verzoeker zich op dit moment in zo’n noodsituatie bevindt dat verweerder moet worden opgedragen de woning direct te openen. Ook de niet onderbouwde stelling dat verzoeker voor de komende periode geen vervangende verblijfplaats heeft gevonden omdat dit onmogelijk is gebleken mede gelet op zijn financiële situatie, is daartoe onvoldoende.
7. Over de verdere behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening zal de rechtbank partijen zo snel mogelijk nader informeren.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een ordemaatregel af.
Deze beslissing is gedaan door mr. G.P. Kleijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. van den Nieuwendijk, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 maart 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze beslissing is verzonden aan partijen op:

Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep of verzet open.