Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
een eerder verspreide aandachtsvestiging’. Dat is volgens de verbalisanten een lijst
‘waarop personen staan die gezocht worden door de politie en waarvan de identiteit nog onbekend is’. Hieruit valt naar het oordeel van de rechtbank niet op te maken waarom eiser op die lijst terecht is gekomen en op grond waarvan hij (nog steeds) gezocht werd en hij staande mocht worden gehouden. De rechtbank neemt daarbij ook in aanmerking dat uit het uittreksel Justitiële Documentatie volgt dat eiser al ruim 25 jaar niet verdacht is geweest van strafbare feiten. Verweerders stelling dat uit het proces-verbaal blijkt dat de verbalisanten op dat moment werkzaam waren voor het basisteam recherche VVC (veel voorkomende criminaliteit, aldus verweerder) en dat daaruit al volgt dat de aanleiding voor het staande houden van eiser strafrechtelijk van aard was, acht de rechtbank onvoldoende. Nu uit het proces-verbaal niet afdoende volgt op grond van welke bevoegdheid eiser is staandegehouden en om zijn identiteit is gevraagd, moet het er voor worden gehouden dat sprake was van een vreemdelingrechtelijke staandehouding. Het proces-verbaal geeft echter ook geen blijk van feiten en omstandigheden die, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden van illegaal verblijf als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Vw opleveren. De staandehouding is daarom onrechtmatig. Eisers beroepsgrond slaagt.