ECLI:NL:RBDHA:2024:4328
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot wegslepen en inbewaringstelling van voertuig
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Gouda om zijn voertuig weg te slepen en in bewaring te stellen, waarbij de kosten hiervan bij eiser in rekening zijn gebracht. Eiser was niet op de hoogte gesteld van de wegsleepactie, wat volgens hem in strijd is met de beginselen van behoorlijk bestuur. De rechtbank heeft op 4 januari 2024 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
Eiser had zijn auto geparkeerd op een parkeerterrein waar een tijdelijk parkeerverbod gold. De auto werd op 30 november 2022 weggesleept en eiser heeft deze op 19 december 2022 opgehaald, waarbij hij € 570,- aan kosten moest betalen. In bezwaar heeft verweerder erkend dat er een rekenfout was gemaakt en heeft het bedrag verlaagd, maar het besluit niet herroepen. De rechtbank oordeelt dat verweerder de gebruikelijke werkwijze niet heeft gevolgd door de beschikking niet binnen een week bekend te maken, wat heeft geleid tot hogere kosten voor eiser.
De rechtbank concludeert dat eiser slechts € 315,- voor het wegslepen en de eerste twee dagen van de bewaring in rekening kan worden gebracht, en niet de extra kosten voor de overige dagen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, herroept het primaire besluit en stelt de kosten vast op € 315,-. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 2.625,-, en moet het griffierecht van € 184,- aan eiser worden vergoed.