ECLI:NL:RBDHA:2024:4327

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 maart 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
NL24.5448
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, zoals bepaald in de relevante regelgeving.

De verzoeker heeft tegen het besluit van de staatssecretaris beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft geoordeeld dat dit niet meer nodig was. Dit oordeel was gebaseerd op een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, waarin op dezelfde dag uitspraak werd gedaan in een vergelijkbare zaak (zaaknummer NL24.5447). Aangezien er al een uitspraak was gedaan op het beroep, was er geen noodzaak voor een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing om het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen, werd genomen met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier R. Ben Sellam, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, conform artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.5448

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker,

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. L.J. Blijdorp),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 13 februari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder verzoekers asielaanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. [1]
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb [2] uitspraak buiten zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.5447, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Algemene wet bestuursrecht.