Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Somalische nationaliteit hebbende persoon, in beroep ging tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, genomen op 13 februari 2024, hield in dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling werd genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Dit was gebaseerd op de Dublinverordening, die bepaalt dat Duitsland, waar eiser eerder op 20 augustus 2021 een asielaanvraag had ingediend, verantwoordelijk is voor de verdere behandeling.
Tijdens de zitting op 15 maart 2024 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn bezwaren tegen het bestreden besluit toegelicht. Eiser voerde aan dat Duitsland niet langer kan worden vertrouwd op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, omdat hij eerder drie keer een afwijzing van zijn asielaanvraag in Duitsland had ontvangen. Hij stelde dat een overdracht naar Duitsland zou leiden tot een schending van het verbod op refoulement, mede door de opvangproblemen en het gebrek aan medische zorg voor asielzoekers in Duitsland.
De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had besloten de asielaanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank stelde vast dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat Duitsland zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. De rechtbank benadrukte dat het aan eiser was om te bewijzen dat er sprake was van systeemfouten in de asielprocedure in Duitsland, wat hij niet had gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat eiser in Duitsland de mogelijkheid heeft om te klagen over de opvang en medische zorg indien hij daar problemen ondervindt. De uitspraak werd gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier R. Ben Sellam.