ECLI:NL:RBDHA:2024:4316
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vaststelling eigen bijdrage voor opvang asielzoekers en de toepassing van het evenredigheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 maart 2024 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) waarin zijn eigen bijdrage voor de kosten van opvang is vastgesteld op € 3.850,-. Eiser had eerder een hogere eigen bijdrage van € 4.811,33, maar dit besluit was ingetrokken. Eiser stelde dat de intrekking van het eerdere besluit zonder opgaaf van redenen was en dat de berekening van de eigen bijdrage niet duidelijk was. Hij voerde aan dat verweerder onvoldoende rekening had gehouden met zijn financiële situatie en dat het bestreden besluit in strijd was met het evenredigheidsbeginsel van het EU-recht, gezien de lange duur van zijn asielprocedure.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat er geen grond is voor het oordeel dat het bestreden besluit in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank oordeelde dat verweerder zijn onderzoeksplicht had nageleefd door eiser de gelegenheid te geven zijn zienswijze en relevante stukken in te dienen. Eiser had echter geen onderbouwing geleverd voor zijn stellingen. De rechtbank oordeelde verder dat de eigen bijdrage noodzakelijk en geschikt was, en dat de lange duur van de asielprocedure geen onredelijke gevolgen had voor de eigen bijdrage. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft en eiser de eigen bijdrage moet betalen. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.