Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], V-nummer: [nummer], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam en V-nummer om privacyredenen zijn geanonimiseerd, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 22 februari 2024, hield in dat de asielaanvraag van de verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Zwitserland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL24.6792, waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk ongegrond was, en heeft dit verzoek dan ook afgewezen.
Daarnaast werd in de uitspraak opgemerkt dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing van de voorzieningenrechter werd openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing definitief is.