ECLI:NL:RBDHA:2024:4271

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 maart 2024
Publicatiedatum
27 maart 2024
Zaaknummer
NL24.6792
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek eiser met onbekende bestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 maart 2024 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de asielaanvraag niet in behandeling kon worden genomen, omdat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven geen actueel contact met hem te hebben, en de rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiser geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien hij niet langer prijs stelt op de internationale bescherming in Nederland. Hierdoor heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is geanonimiseerd gepubliceerd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking van het proces-verbaal.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.6792
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.S. van Aken),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. Sweerts).

Procesverloop

Bij besluit van 22 februari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op de grond dat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 21 maart 2024 op zitting behandeld. Eiser en, met voorafgaand bericht, zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Bij bericht van 11 maart 2024 heeft verweerder laten weten dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken. Bij bericht van 18 maart 2024 heeft de gemachtigde van eiser desgevraagd laten weten dat hij geen actueel contact met eiser heeft. Eiser is ook niet verschenen ter zitting noch heeft hij anderszins van zich laten horen.
2. Op grond van die feiten en omstandigheden neemt de rechtbank aan dat eiser niet langer prijs stelt op de aanvankelijk gezochte internationale bescherming in Nederland. Dit betekent dat hij geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
3. Het beroep is niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 maart 2024 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en geanonimiseerd gepubliceerd op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.