ECLI:NL:RBDHA:2024:4257

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 januari 2024
Publicatiedatum
27 maart 2024
Zaaknummer
C/09/647749 / JE RK 23-1031
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van de bijzondere curator in een jeugdzorgzaak

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 12 januari 2024, wordt het verzoek van de vader om ontslag van de bijzondere curator, mevrouw drs. [naam], behandeld. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek. De beschikking is een vervolg op eerdere beschikkingen, waaronder die van 6 december 2023, waarin partijen de gelegenheid kregen om op het rapport van de bijzondere curator te reageren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat partijen in beginsel zelf aanvullingen dienen te geven op het rapport, en dat er vóór de zitting op 12 januari 2024 geen nieuwe verzoeken of berichten van partijen zijn ontvangen. Hierdoor concludeert de kinderrechter dat de taak van de bijzondere curator in deze procedure als beëindigd kan worden beschouwd.

De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, waarbij de schriftelijke uitwerking op 16 januari 2024 is vastgesteld. De beschikking betreft een civiele zaak binnen het personen- en familierecht, waarbij de belangen van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2010, centraal staan. De betrokken partijen zijn de vader, de moeder, de Raad voor de Kinderbescherming en de Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland. De kinderrechter heeft de taak van de bijzondere curator beëindigd, waarmee de procedure in deze fase wordt afgesloten.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/647749 / JE RK 23-1031
Datum uitspraak: 12 januari 2024

Beschikking van de kinderrechter

Ontslag bijzondere curator ex artikel 1:250 BW

in de zaak van:

[de vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. L.J.W. van Kesteren, te Amsterdam,
betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2010 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 2] ,

Raad voor de Kinderbescherming,

locatie Den Haag, hierna te noemen de Raad,
De kinderrechter merkt als informant aan:

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, hierna te noemen de gecertificeerde instelling.

Het verdere procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van het e-mailbericht en het daarbij gevoegde rapport van 17 december 2023 van de bijzondere curator, mevrouw drs. [naam] .
Voor de feiten wordt verwezen naar de beschikking van 27 juni 2023.

Verzoek

De vader heeft op grond van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) verzocht om (al dan niet ambtshalve) een bijzondere curator te benoemen voor [minderjarige] .

Beoordeling

Bij beschikking van 27 juni 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank een bijzondere curator benoemd, zijnde mevrouw drs. [naam] en haar de opdracht gegeven verslag te doen van haar onderzoek. Bij beschikking van 31 oktober 2023 is het verzoek pro forma aangehouden tot 8 december 2023 en bij beschikking van 6 december 2023 is het verzoek pro forma aangehouden tot 12 januari 2024.
Op 17 december 2023 hebben alle betrokkenen het rapport van de bijzondere curator ontvangen. De kinderrechter stelt vast dat partijen in beginsel zelf aanvulling dienen te geven aan hetgeen in het rapport staat. Bij beschikking van 6 december 2023 heeft de kinderrechter het verzoek aangehouden tot 12 januari 2024 zodat de partijen voldoende de tijd zouden hebben om dit rapport te lezen, hierop desgewenst te reageren en desgewenst nieuwe verzoeken bij de rechtbank in te dienen. De kinderrechter constateert dat de rechtbank vóór 12 januari geen nieuwe verzoeken noch andere berichten van partijen heeft ontvangen. De kinderrechter is daarom van oordeel dat de taak van de bijzondere curator in deze procedure als beëindigd kan worden beschouwd en zij zal de bijzondere curator ontslag verlenen.
Derhalve zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
beschouwt de taak van de bijzondere curator in deze procedure als beëindigd.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2024 door mr. J.C. van den Dries, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. S.L.G. van Otterlo als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 16 januari 2024.